Fn-knoppen
Functies op de Fn-knoppen registreren
U kunt functies aan de Fn-knoppen (functieknoppen) toewijzen. Bovendien kunt u andere functies aan speciale knoppen toewijzen, zoals de knop [WB], op dezelfde manier als voor de Fn-knoppen.
Zowel tijdens de opname als tijdens het afspelen kunnen verschillende functies ingesteld worden.
Fabrieksinstellingen Fn-knop
Functies op de Fn-knoppen registreren
Met de fabrieksinstellingen kunnen [Fn13] tot [Fn17] op de joystick niet gebruikt worden. Bij gebruik van functies moet [Instelling Joystick] in het menu [Voorkeuze] ([Bediening]) worden ingesteld op [Fn]. ([Instelling Joystick]) |
-
Selecteer [Fn knopinstelling].
[] [] [Fn knopinstelling] [Instelling in opnamemodus]/[Instelling in afspeelmodus]
-
Selecteer de knop.
Druk op om de knop te selecteren en druk vervolgens op of .
De selectie is ook mogelijk door aan of te draaien.
Druk op [DISP.] om de pagina te wijzigen.
-
Zoek de te registreren functie op.
Draai aan om de subtab te selecteren waarop de te registreren functie gecategoriseerd is (Items instellen ([Fn knopinstelling]/[Instelling in opnamemodus]), Items instellen ([Fn knopinstelling]/[Instelling in afspeelmodus])) en druk vervolgens op of .
U kunt de selectie ook uitvoeren door op te drukken om de subtab te selecteren, op te drukken of aan te draaien en vervolgens op te drukken.
Schakel naar de tabs [1] tot [3] door op [Q] te drukken.
-
Registreer de functie.
Druk op om een functie te selecteren en druk vervolgens op of .
De selectie is ook mogelijk door aan of te draaien.
Selecteer de items met [>] door het item opnieuw te selecteren.
Afhankelijk van de knop kunnen sommige functies niet geregistreerd worden.
U kunt ook [] op het bedieningspaneel (Controlepaneel) aanraken om het scherm in stap 2 weer te geven. U kunt ook (2 sec.) op de Fn-knop drukken en die ingedrukt houden om het scherm in stap 4 weer te geven. (Dit wordt misschien niet weergegeven, afhankelijk van de geregistreerde functie en het type knop.) U kunt een functie aan de focusknop van een onderling verwisselbare lens toekennen: |
Items instellen ([Fn knopinstelling]/[Instelling in opnamemodus])
[1] tab
[Afbeeldingskwaliteit]
[Belichtingscomp.] (Belichtingscompensatie)
[Gevoeligheid] (ISO-gevoeligheid)
[Witbalans] (Witbalans (WB))
[Fotostijl] ([Fotostijl])
[LUT toepassen]
– Past het LUT-bestand toe dat ingesteld was in [LUT] met [REAL TIME LUT] of [MY PHOTO STYLE]. (De afbeeldingskwaliteit aanpassen)
[Meetfunctie] ([Meetfunctie])
[Aspectratio] ([Aspectratio])
[Beeldkwaliteit] ([Beeldkwaliteit])
[Fotoresolutie] ([Fotoresolutie])
[Spotmeting 1 opname]
– Neemt slechts één keer op met de meetmodus op [] (Puntmeting). ([Meetfunctie])
[Long Exposure NR] ([Long Exposure NR])
[Min. sluitertijd] ([Min. sluitertijd])
[1 opname RAW+JPG]
– Neemt een RAW-beeld en een JPEG-beeld gelijktijdig slechts één keer op. ([Beeldkwaliteit])
[Int. dynamisch bereik] ([Int. dynamisch bereik])
[Filtereffect] ([Filterinstellingen])
[1x drukken-AE]
– Past de diafragmawaarde en de sluitertijd aan bij de instellingen die geschikt zijn voor de standaardbelichting die door de camera bepaald is. (Belichtingscompensatie)
[Touch AE] (Touch AE)
[AWB-vergrendeling] ([Instelling AWB- vergrendel.])
[Belicht.stand] (De belichting voor video-opnames instellen)
[Synchro scan] ([Synchro scan])
[Focus/Sluiter]
[AF mode] (De AF-modus selecteren)
[AF-detectie-instelling] (Automatische detectie)
[Onderwerp detecteren] (Automatische detectie)
[AF Aang. Inst.(Foto)] ([AF Aang. Inst.(Foto)])
[AF Aang. Inst.(Video)] ([AF Aang. Inst.(Video)])
[Focus beperken] ([Focus beperken])
[Scherpstelafstand beperken ing.] ([Focus beperken])
[Focus Peaking] ([Focus Peaking])
[Gevoeligheid Focus Peaking] ([Focus Peaking])
[Beweegsnelheid focusframe] ([Beweegsnelheid focusframe])
[Vergrendeling focusring] ([Vergrendeling focusring])
[AE LOCK] (Focus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling))
[AF LOCK] (Focus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling))
[AF/AE LOCK] (Focus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling))
[AF AAN] ([AF ON]-knop)
[AF-AAN: Verleg focus dichtbij]
– AF geeft tijdens de werking prioriteit aan close-up onderwerpen. (AF gebruiken)
[AF-AAN: Verleg focus veraf]
– AF geeft tijdens de werking prioriteit aan verre onderwerpen. (AF gebruiken)
[Vergroting AF-punt] ([Vergroting AF-punt])
[Focus instellen]
– Geeft de bewegingsschermen van AF-gebied/MF Assist weer. (Handelingen met AF-gebied, Handelingen op het MF Assist-scherm)
[Vergr. liveweerg. (video)] ([Vergr. liveweerg. (video)])
[Flitser]
[Flitserfunctie] ([Flitserfunctie])
[Flitser instel.] ([Flitser instel.])
[Draadloze Flitser instellen] (Opnames maken met een draadloze flitser)
[Overig (Foto)]
[Instelling Aandrijfstand] (De aandrijfstand selecteren)
[Bracketing] (Bracket-opname)
[Stille modus] ([Stille modus])
[Beeldstabilisatie] ([Bedieningsstand])
[Sluitertype] ([Sluitertype])
[Ex. tele conv.] (Extra Teleconversie)
[Samenstelling Live View] ([Samenstelling Live View])
[2] tab
[Afbeeldingsindeling]
[Format opnamebestand] ([Format opnamebestand])
[Opn. kwaliteit] ([Opn. kwaliteit])
[Opn. kwaliteit (Mijn lijst)] (Instellen of verwijderen in Mijn lijst)
[Slow & Quick-instelling] (Slow & Quick Video)
[Tijdcodeweergave] (Tijdcode)
[Audio]
[Audio-informatie] ([Audio-informatie])
[Weerg. geluidsop.niveau] ([Weerg. geluidsop.niveau])
[Geluidsinvoer dempen] ([Geluidsinvoer dempen])
[Aanp. geluidsopn.niveau] ([Aanp. geluidsopn.niveau])
[Kwaliteit geluidsopname] ([Kwaliteit geluidsopname])
[Begr. geluidsopn.niveau] ([Begr. geluidsopn.niveau])
[4-kanalen Mic. invoer] ([4-kanalen Mic. invoer])
[XLR Inst. Microf. adap.] (XLR Microfoonadapter (optioneel))
[Kanaal geluidscontrole] ([Kanaal geluidscontrole])
[Overig (Video)]
[Beeldstabilisatie] ([Bedieningsstand])
[E-stabilisatie (Video)] ([E-stabilisatie (Video)])
[BS versterken (video)] ([BS versterken (video)])
[Beeldzone voor video] ([Beeldzone voor video])
[Focus Overgang] ([Focus Overgang])
[Bediening]
[Q.MENU] (Quick Menu)
[Opn. / Terugsp. Sch.]
– Schakelt naar het afspeelscherm. (Afspelen van foto's, Video's afspelen)
[Video-opname] (Basisbediening voor video's)
[Video-opn. (Creatieve film)]
– De video-opname wordt alleen gestart of gestopt in de []-modus. (De belichting voor video-opnames instellen)
[LVF/Scherm] (Tussen het scherm en de zoeker schakelen)
[Vergrend. Bediening]
– Een bepaald type bediening is uitgeschakeld. Stel het type bediening in dat uitgeschakeld moet worden in [Vergrend. bed. inst.]. ([Vergrend. bed. inst.])
[Dialwerking] (Tijdelijke verandering bediening draaiknop)
[Scherm / Display]
[Voorvertoning] (Preview-modus)
[Voorvert. diafragma-effect]
– Het diafragma-effect kan van tevoren bekeken worden terwijl de Fn-knop ingedrukt wordt. (Preview-modus)
[Constant preview] ([Constant preview])
[Niveaumeting] ([Niveaumeting])
[Histogram] ([Histogram])
[Spotmeter helderheid] ([Spotmeter helderheid])
[Markering van het frame] ([Markering van het frame])
[Fotorasterlijn] ([Fotorasterlijn])
[Live View versterken] ([Live View versterken])
[Zwart-wit Live View] ([Zwart-wit Live View])
[Nachtmodus] ([Nachtmodus])
[LVF/Monitorweerg. Ingest.]
– Schakelt de weergavestijl van het weergegeven scherm of zoeker om. ([LVF/Monitorweerg. Ingest.])
[Video prioriteit menu] ([Video prioriteit menu])
[Zebrapatroon] ([Zebrapatroon])
[LUT weergavehulp (Monitor)] ([LUT weergavehulp (Monitor)])
[LUT weergavehulp (HDMI)] ([LUT weergavehulp (HDMI)])
[LUT Selecteren] ([LUT Selecteren])
[HLG View Assist (scherm)] ([HLG View Assist])
[HLG View Assist (HDMI)] ([HLG View Assist])
[Zuivere overlay] ([Zuivere overlay])
[Beeldstab. Statusbereik] ([Beeldstab. Statusbereik])
[WFM/Vectorbereik] ([WFM/Vectorbereik])
[Anamorfisch scherm aanp.] ([Anamorfisch scherm aanp.])
[Kleurenbalken] (Kleurenbalken/testtoon)
[3] tab
[Lens / Andere]
[Bediening focusring] ([Bediening focusring])
[AF-microaanpassing] ([AF-microaanpassing])
[Zoombediening] (Onderling verwisselbare lens die power zoom (gemotoriseerde zoom) ondersteunt)
[Stapsg. zoom] ([Stapsg. zoom])
[Zoom snelheid] ([Zoom snelheid])
[Lensinformatie] ([Lensinformatie])
[Kaart/bestand]
[Bestemming kaartslot]
– Verandert de prioriteit van kaarten voor opname. Dit kan gebruikt worden als [Functie dubbel kaartslot] ([Functie dubbel kaartslot]) op [Relay-Opname] gezet is.
[AAN/UIT]
[Wi-Fi] (Wi-Fi / Bluetooth)
[Instelling]
[Opslaan in Voorkeursmodus] (Onmiddellijke aanpassing registreren)
[Overig]
[Geen instelling]
– Instellen wanneer niet gebruikt als een Fn-knop.
[Uit (Ingedrukt vr uitsch.)]
– De knop werkt niet als een Fn-knop. Het scherm voor de registratie van de functie wordt niet weergegeven als u op de Fn-knop drukt en die (2 seconden) ingedrukt houdt.
[Terug naar standaard]
– Herstel de standaardinstellingen voor de Fn-knop. (Fabrieksinstellingen Fn-knop)
Items instellen ([Fn knopinstelling]/[Instelling in afspeelmodus])
[1] tab
[Afspeelmodus]
[Vergroten vanaf AF-punt] ([Vergroten vanaf AF-punt])
[LUT weergavehulp (Monitor)] ([LUT weergavehulp (Monitor)])
[HLG View Assist (scherm)] ([HLG View Assist (scherm)])
[Anamorfisch scherm aanp.] ([Anamorfisch scherm aanp.])
[Afbeelding verwerken]
[RAW-verwerking] ([RAW-verwerking])
[Info toevoegen/verwijderen]
[Apart wissen] (Beelden wissen)
[Beveiligen] ([Beveiligen])
[Rating1] ([Rating])
[Rating2] ([Rating])
[Rating3] ([Rating])
[Rating4] ([Rating])
[Rating5] ([Rating])
[Afbeelding bewerken]
[Kopie] ([Kopie])
[Bediening]
[Opn. / Terugsp. Sch.]
– Schakelt naar het opnamescherm. (Basisbediening voor foto's, Basisbediening voor video's)
[LVF/Scherm] (Tussen het scherm en de zoeker schakelen)
[Video-opname] (Basisbediening voor video's)
[Video-opn. (Creatieve film)]
– De video-opname wordt alleen gestart of gestopt in de []-modus. (De belichting voor video-opnames instellen)
[Scherm / Display]
[Nachtmodus] ([Nachtmodus])
[Kaart/bestand]
[Verander kaartslot] (De kaart schakelen naar weergave)
[AAN/UIT]
[Kanaal geluidscontrole (afs.)] ([Kanaal geluidscontrole (afs.)])
[Wi-Fi] (Wi-Fi / Bluetooth)
[Afb. versturen (Smartphone)] (Met eenvoudige handelingen beelden op de camera naar een smartphone versturen)
[LUT weergavehulp (HDMI)] ([V-Log View Assist])
[HLG View Assist (HDMI)] ([HLG View Assist])
[2] tab
[Overig]
[Geen instelling]
– Instellen wanneer niet gebruikt als een Fn-knop.
[Uit (Ingedrukt vr uitsch.)]
– De knop werkt niet als een Fn-knop. Het scherm voor de registratie van de functie wordt niet weergegeven als u op de Fn-knop drukt en die (2 seconden) ingedrukt houdt.
[Terug naar standaard]
– Herstel de standaardinstellingen voor de Fn-knop. (Fabrieksinstellingen Fn-knop)
Gebruik de Fn-knoppen
Door tijdens de opname op de Fn-knoppen te drukken, wordt het mogelijk de functies te gebruiken die in [Instelling in opnamemodus] geregistreerd zijn en om tijdens het afspelen de functies te gebruiken die in [Instelling in afspeelmodus] geregistreerd zijn.
-
Druk op de Fn-knop.
-
Selecteer een in te stellen item.
Druk op om een in te stellen item te selecteren en druk vervolgens op of .
De selectie is ook mogelijk door aan , of te draaien.
De methoden voor weergave en selectie voor het instellen van de item verschillen afhankelijk van het menu-item.
Gebruik [Fn4] tot [Fn8] (Aanraakiconen)
Tijdens de opname kunt u de Fn-knoppen van de Touch tab gebruiken.
Met de fabrieksinstellingen wordt de Touch Tab niet weergegeven. Zet [Touch tab] op [ON] in [Touch inst.] in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu. ([Touch inst.]) |
-
Raak [] aan.
-
Raak een van [Fn4] tot [Fn8] aan.