[Set-up]-Menu
[Set-up]-menu ([Kaart/bestand])
[Set-up]-menu ([Scherm / Display])
[Set-up]-menu ([Kaart/bestand])
: Standaardinstellingen |
[Kaart formatteren]
[Kaartslot 1] / [Kaartslot 2] |
Formatteert de kaart (initialisatie). Formatteer de kaarten met de camera vóór het gebruik. Als een kaart geformatteerd wordt, worden alle gegevens die op de kaart opgeslagen zijn gewist en kunnen niet teruggewonnen worden. Maak een back-up van alle benodigde gegevens voordat de kaart geformatteerd wordt. Schakel de camera tijdens het formatteren niet uit en voer geen andere handelingen uit. Zorg ervoor de camera niet uit te schakelen terwijl de formattering in uitvoering is. Als de kaart op een PC of een ander apparaat geformatteerd is, formatteer hem dan opnieuw met de camera. U kunt de kaart formatteren terwijl de informatie van de camera-instellingen op de kaart blijven opgeslagen. ([Camera-inst. Opsl./Herstel.]) |
[Functie dubbel kaartslot]
[Opnamemethode] |
[] / [] / [] |
Dit stelt de manier in waarop het opnemen op kaartsleuven 1 en 2 uitgevoerd wordt. [Relay-Opname]: Selecteert de prioriteit van kaartslots voor de opname. [Bestemming kaartslot]: []/[] Er vindt een relay-opname op de kaart in de andere kaartsleuf plaats, nadat de eerste kaart geen vrije ruimte meer heeft. U kunt de functie, die de kaart omwissel die de opnameprioriteit krijgt, aan een Fn-knop toekennen. ([Bestemming kaartslot]) [Back-Up Opname]: Neemt dezelfde beelden gelijktijdig op de twee kaarten op. [Toewijzing Opname]: Stelt u in staat de kaartslot te specificeren die gebruikt moet worden voor het opnemen van verschillende beeldformaten. [JPEG Bestemming]/[RAW Bestemming]/[Videobestemming] Opmerkingen over back-up opnames We raden aan kaarten te gebruiken die dezelfde snelheidsklasse en capaciteit hebben. Als de kaartsnelheidsklasse of de capaciteit onvoldoende is voor de video-opname, stopt het opnemen op beide kaarten. Wanneer de volgende combinaties van kaarten gebruikt worden, zijn back-upopnames van video's niet beschikbaar: – SD/SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten |
[USB-SSD]
[ON] / [OFF] |
De in de handel verkrijgbare externe SSD die met de USB-poort verbonden is, kan gebruikt worden als dit op [ON] gezet is. (Gebruik van een externe SSD (in de handel verkrijgbaar)) |
[Map- / Bestandsinstell.]
[Map Selecteren] / [Maak nieuwe map] / [Bestandsnaaminstelling] |
Stel de map- en bestandsnaam in waarop de beelden opgeslagen worden. Mapnaam
Bestandsnaam
[Map Selecteren]: Selecteert een map om beelden in op te slaan. Als [Functie dubbel kaartslot] op [Toewijzing Opname] gezet is, zullen [Selecteer Map (Slot 1)] en [Selecteer Map (Slot 2)] weergegeven worden. [Maak nieuwe map]: Creëert een nieuwe map met een verhoogd mapnummer. Als er geen opneembare mappen op de kaart staan, wordt een scherm voor het resetten van het mapnummer weergegeven. [OK]: Toenames van het mapnummer zonder wijziging van het door gebruiker gedefinieerde segment van 5 tekens ((2) boven). [Wijzig]: Wijzigt het door gebruiker gedefinieerde segment van 5 tekens ((2) boven). Dit zal ook het mapnummer doen toenemen. |
[Bestandsnaaminstelling] [Link Mapnummer]: Gebruikt het door gebruiker gedefinieerde segment van 3 tekens ((4) boven) om het mapnummer ((1) boven) in te stellen. [Gebruikersinstelling]: Wijzigt het door gebruiker gedefinieerde segment van 3 tekens ((4) boven). Volg de stappen voor “Tekens invoeren” wanneer het scherm voor de invoering van tekens weergegeven wordt. (Tekens invoeren) Beschikbare lettertekens: alfabetische lettertekens (hoofdletters), nummers, [ _ ] Iedere map kan tot 1000 bestanden opslaan. De bestandsnummers worden van 0001 tot 9999 toegekend in de volgorde van opname. Als u de map voor het opslaan verandert, zal een nummer toegekend worden dat een voortzetting is vanaf het laatste bestandsnummer. In de volgende gevallen zal automatisch een nieuwe map met een toegenomen mapnummer gecreëerd worden, als het volgende bestand opgeslagen wordt: – Het aantal bestanden in de huidige map bereikt 1000. – Het bestandsnummer bereikt 9999. Er kunnen geen nieuwe mappen gecreëerd worden als er mappen zijn die van 100 tot 999 genummerd zijn. We raden aan een back-up van uw gegevens te maken en de kaart te formatteren. [Map Selecteren] is niet beschikbaar als [Back-Up Opname] in [Functie dubbel kaartslot] gebruikt wordt. |
[Filenummer resetten]
[Kaartslot 1] / [Kaartslot 2] |
Vernieuw het mapnummer in de DCIM-map en zet het bestandsnummer opnieuw op 0001. Als het mapnummer de 999 bereikt, kan het bestandsnummer niet gereset worden. We raden aan een back-up van uw gegevens te maken en de kaart te formatteren. Om het mapnummer op 100 te resetten:
|
[Auteursrechtengegevens]
[Kunstenaar] |
[ON] / [OFF] / [SET] |
[Eigenaar auteursrechten.] |
[ON] / [OFF] / [SET] |
[Auteursrechten weergeven] |
|
Neemt de namen van de kunstenaar en de eigenaar van de auteursrechten op in het beeld Exif data. U kunt namen uit [SET] registreren in [Kunstenaar] en [Eigenaar auteursrechten.]. Tekens invoeren (Tekens invoeren) Er kunnen tot 63 tekens ingevoerd worden. U kunt geregistreerde auteursrechtengegevens bevestigen in [Auteursrechten weergeven]. |
[Set-up]-menu ([Scherm / Display])
: Standaardinstellingen |
[Batterijbesparingsmodus]
[Slaapsmodus] |
[10MIN.] / [5MIN.] / [2MIN.] / [1MIN.] / [OFF] |
[Slaapsmodus (Wi-Fi)] |
[ON] / [OFF] |
[Auto LVF/scherm uit] |
[5MIN.] / [2MIN.] / [1MIN.] / [OFF] |
[Batt. Besparende LVF-Opn.] |
[Tijd om te slapen] |
[Activeringsmethode] |
|
Dit is een functie voor de automatische omschakeling van de camera naar de slaapmodus (energiebesparing) of om de zoeker/het scherm uit te schakelen als gedurende een ingestelde tijd geen handelingen verricht worden. |
[Thermisch beheer]
[Max. temperatuur voor opn.] |
[HIGH] / [STANDARD] |
Dit stelt de temperatuur in tijdens de video-opname waarbij de camera automatisch met opnemen stopt. Indien ingesteld op [HIGH] wordt de opname zelfs voortgezet als de temperatuur in de camera stijgt. [Max. temperatuur voor opn.] [HIGH]: Stelt de temperatuur in waarop de opname gestopt wordt omdat de temperatuur van de camera naar een hogere temperatuur stijgt. U kunt langere tijd opnemen maar de camerabody zal heet worden. Gebruik een statief, enz., omdat het opnemen met een handheld camera gedurende lange tijd brandwonden als gevolg van een lage temperatuur kan veroorzaken. [STANDARD]: De opname stopt wanneer de temperatuur van de camera stijgt. Stel in op [STANDARD] als u met een handheld camera opneemt. |
[Framesnelheid scherm]
[30fps] / [60fps] |
Stelt de weergavesnelheid in voor live view op het scherm bij het opnemen van foto's. [30fps]: Verlaagt het stroomverbruik voor een langere werktijd. [60fps]: Schakelt de vloeiende weergave van bewegingen in. Als de volgende functie gebruikt wordt, is [Framesnelheid scherm] niet beschikbaar: – HDMI-uitgang |
[LVF-framesnelheid]
[60fps] / [120fps] |
Stelt de weergavesnelheid in voor live view op de zoeker als u foto’s opneemt. [60fps]: Verlaagt het stroomverbruik voor een langere werktijd. [120fps]: Schakelt de vloeiende weergave van bewegingen in. [LVF120] wordt op de zoeker weergegeven als het weergegeven wordt met [120fps]. Indien ingesteld op [120fps] zullen de beelden in de zoeker niet zo vloeiend zijn als met [60fps] maar er zal geen verandering van de opgenomen beelden zijn. Als de volgende functies gebruikt worden, is [LVF-framesnelheid] niet beschikbaar: – HDMI-uitgang – Als er verbinding met Wi-Fi is |
[Scherminstellingen]/[Zoeker]
[Helderheid] / [Contrast] / [Verzadiging] / [Roodachtig] / [Blauwzweem] |
Dit past de helderheid, kleur en rode of blauwe tinten van het scherm/de zoeker aan.
Het zal de monitor bijstellen als de monitor gebruikt wordt en de zoeker als de zoeker gebruikt wordt. |
[Backlight van scherm]/[LVF helderheid]
[AUTO] / [−3] tot [+3] |
Past de helderheid van het scherm/de zoeker aan. [AUTO]: De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe helder het licht rondom het toestel is. Past de helderheid van het scherm aan wanneer het scherm weergegeven wordt en de helderheid van de zoeker wanneer de zoeker weergegeven wordt. Als [AUTO] ingesteld is, of de aangepaste waarde op de positieve zijde ingesteld is, zal de gebruiksperiode korter worden. Als [Nachtmodus] gebruikt wordt, zijn [Backlight van scherm]/[LVF helderheid] niet beschikbaar. |
[Oogsensor]
[Gevoeligheid] |
[HIGH] / [LOW] |
Dit zal de gevoeligheid van de oogsensor instellen. |
|
[LVF/Scherm] |
[LVF/MON AUTO] (automatisch schakelen tussen zoeker/scherm) / [LVF] (zoeker) / [MON] (scherm) |
Dit zal de methode voor het schakelen tussen zoeker en scherm instellen. Als u op [LVF] drukt om de weergave om te schakelen, zal ook de instelling van [LVF/Scherm] omgeschakeld worden. |
[Niveaumeting Aanp.]
[Corr.] |
Houd de camera in een horizontale stand en druk op of . De niveaumeting zal worden aangepast. |
[Waarde Niveaum. Resetten] |
Stelt opnieuw de fabrieksinstelling van de niveau meter in. |
[Set-up]-menu ([AAN/UIT])
: Standaardinstellingen |
[Toon]
[Beep volume] |
[] (Hoog) / [] (Laag) / [] (Off) |
[AF-Piep Volume] |
[] (Hoog) / [] (Laag) / [] (Off) |
[AF-Pieptoon] |
[] (Patroon 1) / [] (Patroon 2) / [] (Patroon 3) |
[E-shutter vol] |
[] (Hoog) / [] (Laag) / [] (Off) |
[E-Shuttertoon] |
[] (Patroon 1) / [] (Patroon 2) / [] (Patroon 3) |
Stelt de pieptonen, de AF-toon en elektronische sluitergeluiden in. |
[Koptelefoonvolume]
[0] tot [LEVEL15] ([LEVEL3]) |
Past het volume aan als een koptelefoon aangesloten is. (Het koptelefoonvolume aanpassen) Dit functioneert is gelijk met [Koptelefoonvolume] in het [Video] ([Audio]) menu. |
[Kanaal geluidscontrole (afs.)]
[COMBINED WITH REC] / [CH1/CH2] / [CH3/CH4] / [CH1+CH2/CH3+CH4] / [CH1] / [CH2] / [CH3] / [CH4] / [CH1+CH2] / [CH3+CH4] / [CH1+CH2+CH3+CH4] |
Tijdens het afspelen van een video selecteert dit de audiokanaaluitzending naar de luidspreker op de camera of de koptelefoon. Voor informatie over uitgezonden audio ([Kanaal geluidscontrole]) [COMBINED WITH REC]: Zendt audio uit met dezelfde instellingen als [Kanaal geluidscontrole] in het [Video] ([Audio])-menu. U kunt de instellingen niet veranderen tijdens het video afspelen. Het L-kanaal en het R-kanaal zijn gemixt om de audio uit de luidspreker van de camera uit te zenden. |
[Wi-Fi]
[Wi-Fi-functie] (Verbinding maken met een smartphone ([Wi-Fi-verbinding]), Wi-Fi verbindingen) |
[Wi-Fi setup] ([Wi-Fi setup]-menu) |
[Bluetooth]
[Bluetooth] (Verbinding maken met een smartphone (Bluetooth verbinding)) |
[Afb. versturen (Smartphone)] (Het menu gebruiken om beelden gemakkelijk over te zetten) |
[Wake-up Op Afstand] ([Wake-up Op Afstand]) |
[Slaapmodus uitschakelen] (De wektijd uit [Slaapsmodus] korter maken) |
[Autom. overzetten] ([Autom. overzetten]) |
[Locatie vermelden] ([Locatie vermelden]) |
[Auto Klokinstelling] ([Auto Klokinstelling]) |
[Wi-Fi Netwerkinst.] |
[Wi-Fi Netwerkinst.]: Registreert het Wi-Fi toegangspunt. Draadloze toegangspunten die gebruikt worden om de camera met Wi-Fi-netwerken te verbinden, zullen automatisch geregistreerd worden. |
[USB]
[USB mode] |
[] [Select. verbinding] / [] [PC(Storage)] / [] [PC(Tether)] |
Dit stelt de communicatiemethode in die gebruikt moet worden als de USB-aansluitkabel verbonden is. [] [Select. verbinding]: Selecteer deze instelling om het USB-communicatiesysteem te selecteren wanneer u verbinding met een ander apparaat maakt. (USB-poort) [] [PC(Storage)]: Selecteer deze instelling om beelden naar een verbonden PC te exporteren. (Beelden naar een PC importeren) [] [PC(Tether)]: Selecteer deze instelling om de camera vanaf een PC te bedienen waarop “LUMIX Tether” geïnstalleerd is. (Tethered opname) |
|
[USB-voeding] |
[ON] / [OFF] |
Levert stroom via de USB-aansluitkabel. Zelfs als dit onderdeel op [OFF] gezet is, zal de stroom verstrekt worden als de Netadapter verbonden is. |
[Batterij volgorde]
[BODY] / [BG] |
Selecteert welke batterij eerst gebruikt moet worden als de batterijen zowel in de camera als in de Batterijhandgreep geïnstalleerd zijn. |
[HDMI-verbinding]
[Uitvoer resolutie (Afspelen)] |
[AUTO] / [C4K/60p] / [C4K/50p] / [C4K/30p] / [C4K/25p] / [C4K/24p] / [4K/60p] / [4K/50p] / [4K/30p] / [4K/25p] / [4K/24p] / [1080/120p] / [1080/100p] / [1080p] / [1080i] / [720p] / [576p] / [480p] |
Stelt de HDMI-uitvoerresolutie in voor het afspelen. [AUTO]: Voert uit met een resolutie die geschikt is voor het aangesloten apparaat. Als foto's afgespeeld worden, is de uitzending op een maximumresolutie van 8K. De items die u kunt selecteren, zijn afhankelijk van de [Systeemfrequentie]-instelling. Bij het afspelen van een video die opgenomen is met C4K/120p, 4K/120p, C4K/100p of 4K/100p, overeenkomstig de afspeel-beeldkwaliteit en -omgeving, wordt de video omlaag geconverteerd om uitgezonden te worden met 4K/60p of minder. Als met [AUTO] geen beeld verschijnt op het externe apparaat, schakel dan naar een instelling die anders is dan [AUTO] om een formaat in te stellen dat ondersteund wordt door uw externe apparaat. (Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van het externe apparaat.) Het is misschien niet mogelijk om een video af te spelen, afhankelijk van het externe apparaat dat verbonden is. |
|
[LUT weergavehulp (HDMI)] |
[ON] / [OFF] |
Beelden met het LUT (Look-Up Table)-bestand toegepast worden uitgevoerd wanneer u video's afspeelt die zijn opgenomen met [Fotostijl] ingesteld op [V-Log]. Dit is gekoppeld aan [LUT weergavehulp (HDMI)] in [V-Log View Assist] onder het [Voorkeuze] ([Scherm/Display (Video)])-menu. ([V-Log View Assist]) |
|
[HLG View Assist (HDMI)] |
[AUTO] / [MODE1] / [MODE2] / [OFF] |
Bij het opnemen of afspelen van HLG-video's, converteert dit het weer te geven kleurengamma en de helderheid ervan. Dit is gekoppeld aan [HDMI] in [HLG View Assist] onder het [Voorkeuze] ([Scherm/Display (Video)])-menu. ([HLG View Assist]) |
|
[VIERA Link (CEC)] |
[ON] / [OFF] |
U kunt de afstandsbediening van het apparaat gebruiken om de camera te bedienen als die verbonden is met een apparaat dat compatibel is met VIERA Link, met gebruik van een HDMI-kabel. |
|
[Achtergrondkleur (afspelen)] |
[] / [] |
Stelt de kleur van de banden in die aan boven- en onderkant of links en rechts van de beelden verschijnen die op een extern apparaat uitgezonden worden. Wij raden aan om [] in te stellen om inbranding op het scherm van het apparaat van bestemming te voorkomen. |
|
[Helderheidsniveau van foto] |
[0-255] / [16-255] |
Stelt het niveau van de helderheid in bij het uitvoeren van foto's naar externe apparaten. |
[Netwerkverbindingslicht]
[ON] / [OFF] |
Dit zal het netwerkverbindingslampje inschakelen. |
[Set-up]-menu ([Instelling])
[Opslaan in Voorkeursmodus]
[C1] / [C2] / [C3-1] tot [C3-10] |
U kunt de huidig ingestelde informatie van de camera registeren. |
[Voorkeursmodus laden]
[C1] / [C2] / [C3-1] tot [C3-10] |
Roept de geregistreerde Voorkeuzemodus-instellingen op naar de geselecteerde opnamemodus en schrijft hiermee over de huidige instellingen heen. |
[Voorkeursmodus-instellingen]
[Limiteer aantal voorkeursmodi] |
[Naam bewerken] |
[Voorkeursmodus herladen] |
[Selecteer laadgegevens] |
Stel het gebruiksgemak van de Voorkeuzemodus in. |
[Camera-inst. Opsl./Herstel.]
[Opsl.] / [Laden] / [Wissen] / [Houd inst. bij formatteren] |
Slaat de informatie van de camera-instellingen op de kaart op. De opgeslagen informatie van de instellingen kan in de camera geladen worden zodat u dezelfde instellingen op meerdere camera's kunt instellen. [Opsl.]: Slaat de informatie van de camera-instellingen op de kaart op. Als nieuwe gegevens opgeslagen worden, selecteer dan [Nieuw Bestand], en als over een bestaand bestand heen geschreven wordt, selecteer dan dat bestaande bestand. Als [Nieuw Bestand] geselecteerd is, wordt een scherm weergegeven voor de selectie van de bestandsnaam die opgeslagen moet worden. [OK]: Het opslaan vindt plaats met de bestandsnaam op het scherm. [Wijzig bestandsn.]: Verandert de bestandsnaam en slaat het bestand op. Beschikbare lettertekens: alfabetische lettertekens (hoofdletters), numerieke lettertekens, tot 8 lettertekens Tekens invoeren (Tekens invoeren) [Laden]: Laad de instellingsinformatie die op de kaart staat en kopieert die naar de camera. [Wissen]: Wist de instellingsinformatie op de kaart. [Houd inst. bij formatteren]: Bij het formatteren van de kaart, wordt de kaart geformatteerd terwijl de informatie van de camera-instellingen op de kaart blijft opgeslagen. Alleen de instellingsinformatie van hetzelfde model kan geladen worden. Er kunnen tot 10 reeksen instellingsinformatie op één kaart bewaard worden. Lijst van functies waarvoor het opslaan van instellingsinformatie mogelijk is (Lijst met standaardinstellingen/voorkeursinstellingen opslaan/instellingen beschikbaar voor het kopiëren) |
[Resetten]
Zet de camera opnieuw op de standaardinstellingen. |
[Set-up]-menu ([Overig])
[Klokinst.]
Stelt de datum en tijd in. |
[Tijdzone]
Stelt de tijdzone in. Druk op om de tijdzone te selecteren en druk vervolgens op of om te bevestigen. (A) Huidige tijd (B) Tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time) Als u Zomertijd gebruikt [], druk dan op . (De tijd zal met 1 uur vooruit gezet worden.) Druk opnieuw op om naar de gewone tijd terug te keren. |
[Systeemfrequentie]
[59.94Hz (NTSC)] / [50.00Hz (PAL)] / [24.00Hz (CINEMA)]
|
Dit verandert de systeemfrequentie van video's die met de camera worden opgenomen en op de camera worden afgespeeld. |
[Pixelverbeter.]
Dit optimaliseert de beeldsensor en de beeldverwerking. De beeldsensor en de beeldverwerking zijn geoptimaliseerd wanneer de camera gekocht wordt. Gebruik deze functie wanneer heldere punten, die niet in het onderwerp aanwezig zijn, opgenomen worden. Zet de camera uit en weer aan na het corrigeren van de pixels. |
[Sensorreiniging]
Er wordt stofvermindering uitgevoerd door wegblazen van vuil en stof die op de voorkant van de beeldsensor zijn blijven zitten. U kunt deze functie gebruiken als stof opvallend aanwezig is. Schakel de camera uit en aan wanneer u klaar bent. |
[Taal]
Dit stelt de taal in die op het scherm weergegeven wordt. Als u per ongeluk een andere taal instelt, selecteer dan [] uit de menu-iconen om de gewenste taal in te stellen. |
[Versie disp.]
[Firmware bijwerken] / [Software info] |
U kunt de firmwareversies van de camera en de lens controleren. Bovendien kunt u de firmware updaten en de informatie over de camerasoftware weergeven. [Firmware bijwerken]: Maakt een firmware-update.
[Software info]: Geeft de informatie over de camerasoftware weer. Als een ondersteund optioneel item (XLR Microfoonadapter enz.) op de camera bevestigd is, kunt u ook de firmware-versie daarvan nakijken. |
[Goedgekeurd reglement]
Geeft het certificatienummer weer voor radio-afstellingen.
|