Beelden uit de camera verzenden
Bedien de camera om de opgenomen beelden naar een apparaat te zenden dat verbonden is via Wi-Fi.
Bedieningsvolgorde
-
Selecteer de verzendingsmethode.
Selecteer de verzendmethode uit de [Afbeeldingen versturen tijdens opname] en [Afbeeldingen versturen van camera] cameramenu's.
-
Selecteer de bestemming (type doelapparaat).
[Smartphone] ([Smartphone])
[PC] ([PC])
[Printer] ([Printer])
-
Selecteer de verbindingsmethode en maak vervolgens verbinding via Wi-Fi.
[Via netwerk] ([Via netwerk])
[Direct] ([Direct])
-
Controleer de verzendingsinstellingen.
Verander de verzendingsinstellingen als dat nodig is.
Instellingen voor het verzenden van beelden (Instellingen voor het verzenden van beelden)
-
([Afbeeldingen versturen tijdens opname]) Maak foto's.
Dit verzendt de opgenomen foto's automatisch als ze genomen zijn.
([Afbeeldingen versturen van camera]) Selecteer een beeld.
Verzendt de geselecteerde beelden.
Beelden selecteren (Beelden selecteren)
Raadpleeg de volgende pagina's voor de stappen die voor alle apparaten gemeenschappelijk zijn.
Wi-Fi-verbindingen: [Via netwerk] ([Via netwerk])/[Direct] ([Direct])
Instellingen voor het verzenden van beelden (Instellingen voor het verzenden van beelden)
Beelden selecteren (Beelden selecteren)
Tijdens het opnemen heeft de opname de prioriteit en dus zal het enige tijd vergen voordat de versturing voltooid is. Als de camera uitgeschakeld wordt of als de Wi-Fi afgesloten wordt voordat het verzenden klaar is, zal de verzending niet herstarten. U bent mogelijk niet in staat bestanden te wissen of het [Afspelen]-menu te gebruiken terwijl de verzending plaatsvindt. Als de volgende functies gebruikt worden, is [Wi-Fi-functie] niet beschikbaar: – [Streamingfunctie] – [Autom. overzetten] |
Beelden die verzonden kunnen worden
De beelden die verzonden kunnen worden verschillen afhankelijk van het doelapparaat.
Afhankelijk van de smartphone of van de versie besturingssysteem worden deze mogelijk niet correct weergegeven.
Het is niet mogelijk om beelden, waarvan de bestandsgrootte de 4 GB overschrijdt, naar een [Smartphone] te verzenden.
Het verzenden zou niet mogelijk kunnen zijn, afhankelijk van uw apparaat. Het is misschien niet mogelijk de beelden te verzenden die opgenomen zijn met andere apparaten dan deze camera, of beelden die op een PC bewerkt of verwerkt zijn. |
Fn-knop toegekend aan [Wi-Fi]
U kunt de volgende handelingen uitvoeren door op de Fn-knop te drukken die toegekend is aan [Wi-Fi], na verbinding gemaakt te hebben via Wi-Fi.
[Verbinding beëindigen] |
Eindigt de Wi-Fi-verbinding. |
[Doelapparaat wijzigen] |
Eindigt de Wi-Fi-verbinding en stelt u in staat om een andere Wi-Fi-verbinding te kiezen. |
[Instellingen wijzigen voor versturen] |
Stelt de beeldafmetingen, de bestandsindeling en andere items voor het versturen van opgenomen beelden in. (Instellingen voor het verzenden van beelden) |
[Huidig apparaat in favorieten registreren] |
Registreert de huidige bestemming van de verbinding of de verbindingsmethode, zodat u de verbinding de volgende keer gemakkelijk tot stand kunt brengen met dezelfde verbindingsinstellingen. |
[Netwerkadres] |
Geeft het MAC-adres en het IP-adres van de camera weer. ([Netwerkadres]) |
Afhankelijk van de Wi-Fi-functie die gebruikt wordt. of de bestemming van de verbinding, is het misschien niet mogelijk enkele van deze handelingen uit te voeren.
[Smartphone]
De opgenomen beelden overzetten naar een smartphone die verbonden is via Wi-Fi.
Van start:
Installeer “LUMIX Sync” op uw smartphone. (Installeren “LUMIX Sync”)
-
Selecteer de methode voor het versturen van beelden op de camera.
[] [] [Wi-Fi] [Wi-Fi-functie] [Nieuwe verbinding] [Afbeeldingen versturen tijdens opname]/[Afbeeldingen versturen van camera]
-
Zet de bestemming op [Smartphone].
-
Verbind de camera met een smartphone door middel van Wi-Fi.
Selecteer [Via netwerk] ([Via netwerk]) of [Direct] ([Direct]) en maak vervolgens verbinding.
-
Start “LUMIX Sync” op de smartphone.
-
Selecteer de smartphone van bestemming op de camera.
-
Controleer de versturingsinstellingen en druk vervolgens op of .
Om de verzendingsinstellingen te veranderen, drukt u op [DISP.]. (Instellingen voor het verzenden van beelden)
-
(Als [Afbeeldingen versturen tijdens opname] geselecteerd is) Maak foto’s.
[] wordt op het opnamescherm van de camera weergegeven terwijl een bestand verzonden wordt.
Volg onderstaande stappen om de verbinding te beëindigen:
[] [] [Wi-Fi] [Wi-Fi-functie] [Ja]
(Als [Afbeeldingen versturen van camera] geselecteerd is) Selecteer een beeld.
Selecteer [Exit] om de verbinding te beëindigen.
Met eenvoudige handelingen beelden op de camera naar een smartphone versturen
U kunt foto's naar een smartphone overzetten die verbonden is via Bluetooth door tijdens het afspelen eenvoudig op de [Q]-knop te drukken.
U kunt ook het menu gebruiken om gemakkelijk verbinding te maken.
U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op de Fn-knop te drukken die geregistreerd is op [Afb. versturen (Smartphone)]. (Fn-knoppen)
Van start:
Installeer “LUMIX Sync” op uw smartphone. (Installeren “LUMIX Sync”)
Verbind de camera met een smartphone door middel van Bluetooth. (Verbinding maken met een smartphone (Bluetooth verbinding))
Druk op [] op de camera om het afspeelscherm te laten weergeven.
Een enkel beeld verzenden
-
Druk op om het beeld te selecteren.
-
Druk op [Q].
-
Selecteer [Enkelvoudig select.].
Om de verzendingsinstellingen te veranderen, drukt u op [DISP.]. (Instellingen voor het verzenden van beelden)
-
Selecteer op de smartphone [Ja] (voor Android apparaten) of [Verbind] (voor iOS-apparaten).
Dit maakt automatisch verbinding via Wi-Fi.
Meer beelden verzenden
-
Druk op [Q].
-
Selecteer [Multi selecteren].
Om de verzendingsinstellingen te veranderen, drukt u op [DISP.]. (Instellingen voor het verzenden van beelden)
-
Selecteer de beelden en zet ze vervolgens over.
: Selecteer de beelden.
of : Instellen/Annuleren
[DISP.]: Overzetten
-
Selecteer op de smartphone [Ja] (voor Android apparaten) of [Verbind] (voor iOS-apparaten).
Dit maakt automatisch verbinding via Wi-Fi.
Als de volgende functies gebruikt worden, is [Wi-Fi-functie] niet beschikbaar: – [Streamingfunctie] – [Autom. overzetten] |
Het menu gebruiken om beelden gemakkelijk over te zetten
[] [] [Bluetooth] [Afb. versturen (Smartphone)]
Instellingen: [Enkelvoudig select.]/[Multi selecteren]
Indien [Enkelvoudig select.], druk dan op om het beeld te selecteren en druk vervolgens op of om het uit te voeren.
Indien [Multi selecteren], voer dan dezelfde handelingen uit als met “Meer beelden verzenden”.
[PC]
Beelden naar en PC verzenden die via Wi-Fi verbonden is.
Ondersteund OS Windows: Windows 10 Mac: macOS 10.13, 10.14, 10.15.3 tot 10.15.7, 11.0 tot 11.2 |
Van start:
Schakel de PC in.
Creëer een bestemmingsmap voor beelden.
Als de werkgroep van de PC van bestemming veranderd is en niet meer de standaardinstelling heeft, dan dient u de overeenkomstige instelling van de camera in [PC-verbinding] te veranderen. ([PC-verbinding])
Een bestemmingsmap voor beelden creëren
Als Windows gebruikt wordt (voorbeeld voor Windows 10)
-
Selecteer de bestemmingsmap en klik met de rechter muisknop.
-
Selecteer [Eigenschappen] en schakel het mappen delen in.
Als Mac gebruikt wordt (voorbeeld voor macOS 10.14)
-
Selecteer de bestemmingsmap en klik op de items in de aangegeven volgorde.
[Archief] [Toon info]
-
Schakel het mappen delen in.
Creëer een PC-accountnaam (tot 254 karakters) en een wachtwoord (tot 32 karakters) bestaande uit alfanumerieke karakters. Er wordt mogelijk geen bestemmingsmap gecreëerd als de accountnaam niet-alfanumerieke karakters bevat. Als de computernaam (NetBIOS-naam voor Mac) een spatie bevat (leeg karakter), enz., dan wordt hij misschien niet herkend. In dat geval raden wij aan de naam te veranderen in een naam die slechts uit 15 of minder alfanumerieke karakters bestaat. Raadpleeg voor gedetailleerde instellingsprocedures de gebruiksaanwijzing van uw PC of Help van het besturingssysteem. |
-
Selecteer de methode voor het versturen van beelden op de camera.
[] [] [Wi-Fi] [Wi-Fi-functie] [Nieuwe verbinding] [Afbeeldingen versturen tijdens opname]/[Afbeeldingen versturen van camera]
-
Zet de bestemming op [PC].
-
Verbind de camera en de PC via Wi-Fi.
Selecteer [Via netwerk] ([Via netwerk]) of [Direct] ([Direct]) en maak vervolgens verbinding.
-
Voer de computernaam van de PC-naam in waarmee u verbinding wilt maken (voor Mac de NetBIOS naam).
Tekens invoeren (Tekens invoeren)
-
Selecteer een map om beelden in op te slaan.
Er zullen in de geselecteerde map mappen gecreëerd worden op grond van de verzendingsdatum en de beelden zullen in die mappen opgeslagen worden.
-
Controleer de versturingsinstellingen en druk vervolgens op of .
Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.]. (Instellingen voor het verzenden van beelden)
-
(Als [Afbeeldingen versturen tijdens opname] geselecteerd is) Maak foto’s.
[] wordt op het opnamescherm van de camera weergegeven terwijl een bestand verzonden wordt.
Volg onderstaande stappen om de verbinding te beëindigen:
[] [] [Wi-Fi] [Wi-Fi-functie] [Ja]
(Als [Afbeeldingen versturen van camera] geselecteerd is) Selecteer een beeld.
Selecteer [Exit] om de verbinding te beëindigen.
Als het scherm voor een gebruikersaccount en de invoering van een password verschijnt, voer dan het password in dat u op uw PC ingesteld heeft. Als de firewall van het besturingssysteem, de veiligheidssoftware, enz., ingeschakeld is, kan het zijn dat het niet mogelijk is een verbinding met de PC tot stand te brengen. Als de volgende functies gebruikt worden, is [Wi-Fi-functie] niet beschikbaar: – [Streamingfunctie] – [Autom. overzetten] |
[Printer]
U kunt beelden naar een door PictBridge (draadloos LAN)1 ondersteunde printer die via Wi-Fi verbonden is, om afgedrukt te worden.
-
Conform DPS over IP norm
-
Selecteer de methode voor het versturen van beelden op de camera.
[] [] [Wi-Fi] [Wi-Fi-functie] [Nieuwe verbinding] [Afbeeldingen versturen van camera]
-
Zet de bestemming op [Printer].
-
Verbind de camera met een printer via Wi-Fi.
Selecteer [Via netwerk] ([Via netwerk]) of [Direct] ([Direct]) en maak vervolgens verbinding.
-
Selecteer de printer die de bestemming is.
-
Selecteer de beelden en druk ze af.
De procedure voor het selecteren van de beelden is gelijk aan de procedure voor wanneer de USB-aansluitkabel aangesloten is. (Printen)
Om de verbinding te beëindigen, drukt u op [].
Neem voor details over de PictBridge printer (compatibel met draadloos LAN) contact op met de fabrikanten daarvan. Als de volgende functies gebruikt worden, is [Wi-Fi-functie] niet beschikbaar: – [Streamingfunctie] – [Autom. overzetten] |