[Dialwerking]

Functies toewijzen aan de draaiknoppen

Tijdelijke verandering bediening draaiknop

Dit verandert tijdelijk de functies die bediend worden met (draaiknop voorkant) en (draaiknop achterkant).

Functies toewijzen aan de draaiknoppen

1. Selecteer [Instelling dialwerking].

[] [] [Instellingen wieltje] [Instelling dialwerking] []/[]

2. Registreer de functie.

Druk op om een functie te selecteren en druk vervolgens op of .

Functies die geregistreerd kunnen worden

[Belichtingscomp.] (Belichtingscompensatie)

[Gevoeligheid]1 (ISO-gevoeligheid)

[Witbalans]2 (Witbalans (WB))

[Fotostijl] ([Fotostijl])

[Aspectratio] ([Aspectratio])

[Int. dynamisch bereik] ([Int. dynamisch bereik])

[Filtereffect] ([Filterinstellingen])

[AF mode] (De AF-modus selecteren)

[Flitserfunctie] ([Flitserfunctie])

[Flitser instel.] ([Flitser instel.])

1. standaardinstelling

2. standaardinstelling

Tijdelijke verandering bediening draaiknop

1. Stel [Dialwerking] op de Fn-knop in. (Fn-knoppen)

2. Schakel de bediening van de draaiknop om.

Druk op de Fn-knop die ingesteld is in stap 1.

Een gids zal de functies weergeven die geregistreerd zijn op en .

Als geen handelingen verricht worden, zal de gids na enkele seconden verdwijnen.

3. Stel de toegewezen functie in.

Draai aan of terwijl de gids weergegeven worden.

4. Bevestig uw selectie.

Druk de sluiterknop tot halverwege in.