Panasonic

Problemen oplossen

character_bullet-largeStroom, Batterij

character_bullet-largeOpnemen

character_bullet-largeVideo

character_bullet-largeAfspelen

character_bullet-largeMonitor/Zoeker

character_bullet-largeFlitser

character_bullet-largeWi-Fi-functie

character_bullet-largeTV, PC

character_bullet-largeOverige


Probeer eerst de volgende procedures.

Als het probleem niet verholpen is, kan het verbeterd worden door de selectie van [Resetten] (character_reference[Resetten]) in het [Set-up] ([Instelling])-menu.


Stroom, Batterij

De camera wordt automatisch uitgeschakeld.

bullet02[Batterijbesparingsmodus] is ingeschakeld. (character_reference[Batterijbesparingsmodus])


De batterij raakt te snel leeg.

bullet02Als er een Wi-Fi verbinding is, raakt de batterij snel leeg.

Schakel de camera vaak uit door bijvoorbeeld [Batterijbesparingsmodus] (character_reference[Batterijbesparingsmodus]) te gebruiken.

bullet02Als [Continu AF] op [MODE2] gezet is, raakt de batterij sneller leeg. Het batterijverbruik kan beperkt worden door [MODE1] of [OFF] in te stellen. (character_reference[Continu AF])


Opnemen

De opname stopt voordat hij klaar is. Kan niet opnemen. Kan bepaalde functies niet gebruiken.

bullet02De temperatuur van de camera stijgt sneller in de volgende omstandigheden: als de omgevingstemperatuur hoog is en tijdens continu gebruik zoals bij het opnemen van hoge definitie video's of uitzenden via HDMI. Wanneer de temperatuur van de camera stijgt, verschijnt [icon_temperature-rise] knipperend o het scherm. Als u blijft doorgaan met het gebruik van de camera, zal een bericht op het scherm weergegeven worden dat aangeeft dat de camera niet gebruikt kan worden en de opname of de HDMI-uitvoer gestopt zal worden. Wacht tot de camera afkoelt en wacht op het bericht dat aangeeft dat de camera opnieuw gebruikt kan worden. Wanneer het bericht weergegeven wordt dat aangeeft dat het opnieuw gebruikt kan worden, schakel de camera dan uit en weer in.

  1. Als opnames plaatsvinden terwijl de camera op een statief, enz., gemonteerd is, kunt u de temperatuur waarop de opname gestopt wordt op een hogere temperatuur instellen. (character_reference[Thermisch beheer])


Kan geen beelden opnemen. De sluiter zal niet onmiddellijk in werking treden wanneer er op de sluiterknop gedrukt wordt.

bullet02Als [Prio. focus/sluiter] op [FOCUS] gezet is, dan zal de opname niet plaatsvinden zolang geen scherpstelling bereikt is. (character_reference[Prio. focus/sluiter])


Het opgenomen beeld is witachtig.

bullet02De beelden kunnen er witachtig uitzien als de lens of de beeldsensor vuil zijn met vingerafdrukken of gelijkaardig vuil.

Als de lens vuil is, schakel het toestel dan uit en veeg het lensoppervlak vervolgens schoon met een zachte, droge doek.

Voor informatie over de reiniging van de beeldsensor (character_referenceVuil op de beeldsensor)


Het opgenomen beeld is te licht of te donker.

bullet02Controleer of AE Lock niet ingesteld is als dat niet passend is. (character_referenceFocus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling))


Er worden meerdere beelden in één keer opgenomen.

bullet02Als de aandrijfstand op [icon_burst1] (Burst Shot 1) of [icon_burst2] (Burst Shot 2) gezet is, zullen burstfoto's gemaakt worden als de sluiterknop ingedrukt wordt en ingedrukt gehouden blijft. (character_referenceDe aandrijfstand selecteren)

bullet02Als [Bracketing] ingesteld is, en er wordt op de sluiterknop gedrukt, dan worden meerdere beelden opgenomen terwijl de instellingen automatisch gewijzigd worden. (character_referenceBracket-opname)


Het object is niet goed scherp.

bullet02Bevestig de volgende details:

– Is het onderwerp buiten het focusbereik?

– Is [Sluiter-focus] op [OFF] gezet? (character_reference[Sluiter-focus])

– Is [Prio. focus/sluiter] op [RELEASE] gezet? (character_reference[Prio. focus/sluiter])

– Is AF vergrendeling (character_referenceFocus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling)) ingesteld waar dat niet passend is?

– Is [Focus beperken] op [ON] gezet? (character_reference[Focus beperken])

– Is [AF-microaanpassing] ingesteld? (character_reference[AF-microaanpassing])


Kan niet scherp stellen of zoomen met de lens.

bullet02Bevestig de volgende details:

– Is [Vergrendeling focusring] op [ON] gezet? (character_reference[Vergrendeling focusring])


Het opgenomen beeld is wazig. De beeldstabilisatie is niet doeltreffend.

bullet02De sluitertijd zal langer worden en de beeldstabilisatiefunctie kan mogelijk niet naar behoren werken als foto's gemaakt worden op donkere plaatsen.

Gebruik in die gevallen een statief en de zelfontspanner om opnames te maken.


Het opgenomen beeld ziet er ruw uit. Er verschijnt ruis op de foto.

bullet02Probeer het volgende:

– Verlaag de ISO-gevoeligheid. (character_referenceISO-gevoeligheid)

– Verhoog de [Ruisreductie] van [Fotostijl] in de positieve richting of pas ieder ander item dan [Ruisreductie] aan in de negatieve richting. (character_referenceDe afbeeldingskwaliteit aanpassen)

– Zet [Long Exposure NR] op [ON]. (character_reference[Long Exposure NR])

bullet02Als de camera continu gebruikt wordt, kan de temperatuur in de camera stijgen en een slechte beeldkwaliteit veroorzaken. Wij raden aan de camera uit te schakelen als u daadwerkelijk niet opneemt.


Het onderwerp verschijnt vervormd op het beeld.

bullet02Als een bewegend onderwerp opgenomen is met gebruik van de volgende functies, dan kan het onderwerp vervormd op de foto verschijnen:

– [ELEC.]

– Bewegende beelden opnemen

Dit is een kenmerk van de CMOS-sensor, dus de beeldsensor van de camera en is geen slechte werking.


Er kunnen strepen of beeldflikkering verschijnen onder verlichting, zoals fluorescente verlichting en LED-verlichting.

gui_flicker

bullet02Dit is een kenmerk van CMOS-sensoren die als de pickup-sensoren van het toestel werken.

Dit is geen storing.

bullet02Als de elektronische sluiter (character_reference[Sluitertype]) gebruikt wordt, zal het verlagen van de sluitertijd het effect van de horizontale strepen verkleinen.

bullet02Als flikkeren of horizontale strepen zichtbaar zijn tijdens het opnemen van een video, dan kan dit verminderd worden door de sluitertijd vast te zetten.

Stel of [Flikker onderdrukking (Video)] (character_reference[Flikker onderdrukking (Video)]) in of zet de sluitertijd vast met de [icon_mode-p-motion_table]/[S&Q] modus (character_referenceOpnamefuncties die specifiek voor Video's zijn (Creatieve Video/S&Q)).


Er verschijnen strepen bij hoge ISO-gevoeligheid.

bullet02Er kunnen strepen verschijnen bij hoge ISO-gevoeligheid of afhankelijk van de lens die gebruikt wordt.

De ISO-gevoeligheid verminderen. (character_referenceISO-gevoeligheid)


De helderheid of kleur van de opgenomen beelden verschilt van de eigenlijke scène.

bullet02Als wordt opgenomen bij verlichting zoals fluorescente verlichting, LED-verlichting, enz., kan de verkorting van de sluitertijd lichte veranderingen op de helderheid en de kleur aanbrengen.

Deze zijn het resultaat van de kenmerken van de lichtbron en duiden niet op een slechte werking.

bullet02Wanneer u onderwerpen opneemt op extreem heldere plekken of onder verlichting zoals fluorescente verlichting, LED-verlichting, een kwiklamp, natriumverlichting enz., zouden de kleuren en de schermhelderheid kunnen veranderen of zouden er horizontale strepen kunnen verschijnen op het scherm.


Er wordt een helder punt dat zich niet in het onderwerp bevindt opgenomen.

bullet02Er kunnen pixels van de beeldsensor ontbreken.

Voer de [Pixelverbeter.] uit. (character_reference[Pixelverbeter.])


Video

Kan geen video's opnemen.

bullet02Probeer het opnieuw nadat u [Systeemfrequentie] naar de oorspronkelijke instelling hebt teruggezet of een andere kaart hebt geplaatst.

bullet02Als een kaart met grote capaciteit gebruikt wordt, bent u mogelijk een tijdje neit in staat om op te nemen nadat de camera ingeschakeld is.


Bij video’s worden afwijkende klik- en zoemgeluiden opgenomen. De opgenomen audio is heel zacht.

bullet02Afhankelijk van de opname-omstandigheden of de gebruikte lens kan het geluid van de lensopening en de scherpstelling in video's opgenomen worden.

U kunt de focusbediening tijdens de video-opname instellen op [OFF] in [Continu AF] (character_reference[Continu AF]).

bullet02Blokkeer het microfoongat niet tijdens de video-opname.


Er wordt een werkgeluid in een film opgenomen.

bullet02We raden aan de [icon_mode-p-motion_table]/[S&Q]-modus in te stellen en op te nemen met de aanraakbediening als u tijdens de opname hinder ondervindt van de werkgeluiden. (character_referenceHandelingen tijdens het opnemen van video's)


Afspelen

Kan niet afspelen. Er zijn geen foto’s opgenomen.

bullet02Mappen en beelden die op een PC verwerkt worden, kunnen niet op de camera afgespeeld worden.

bullet02Sommige beelden worden niet weergegeven wanneer de [Afspeelfunctie] is ingesteld. Zet op [Normaal afsp.]. (character_reference[Afspeelfunctie])

bullet02Video's die zijn opgenomen met een [Systeemfrequentie]-instelling, kunnen niet worden afgespeeld.

Zet de instelling van [Systeemfrequentie] op die welke u tijdens de opname gebruikte. (character_reference[Systeemfrequentie])


Monitor/Zoeker

Het scherm/de zoeker wordt uitgeschakeld als de camera ingeschakeld wordt.

bullet02Als gedurende de ingestelde tijdsduur geen handelingen uitgevoerd worden, wordt [Auto LVF/scherm uit] (character_reference[Auto LVF/scherm uit]) geactiveerd wordt het scherm/de zoeker uitgeschakeld.

bullet02Als een voorwerp of uw hand zich vlakbij de oogsensor bevinden, kan het zijn dat de monitorweergave naar de zoekerweergave overschakelt.


Het kan even flikkeren of de helderheid van het beeldscherm kan even aanzienlijk veranderen.

bullet02Dit treedt op als de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt of wanneer de helderheid van het onderwerp verandert en het diafragma verandert.

Dit is geen storing.


Er verschijnen delen van ongelijke helderheid of ongebruikelijke kleuren in de zoeker.

bullet02De zoeker van de camera is gebouwd met OLED-componenten. Er kan inbranding optreden op het scherm/de zoeker wanneer een beeld gedurende lange tijd weergegeven wordt maar dit is niet van invloed op de opgenomen beelden.


Het updaten van de weergegeven informatie op het scherm vindt soms langzaam plaats.

bullet02Wanneer functies gebruikt worden die de verwerking in de camera zwaarder maken, kan het updaten van de weergegeven informatie op het scherm langzamer plaatsvinden maar dit is geen storing. De opgenomen beelden zullen niet gewijzigd worden.

Functies die de werking in de camera zwaarder maken:

– [Opn. kwaliteit] met een hoge framesnelheid video die een opname-framesnelheid van 60,00p overschrijdt

– HDMI-uitgang

– Wi-Fi-verbinding met een smartphone

– Tethered opname

Weergegeven informatie die langzamer geüpdatet wordt:

– [Tijdcodeweergave]

– [Weerg. geluidsop.niveau]

– [Spotmeter helderheid], enz.


Flitser

De flitser wordt niet geactiveerd.

bullet02De flitser gaat niet af als de volgende functies gebruikt worden:

– Bewegende beelden opnemen

– [ELEC.]/[Stille modus]

– Hoge Resolutie Modus

– [Filterinstellingen]


Wi-Fi-functie

Er kan geen Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht worden. Radiogolven verbreken de verbinding. Het draadloze toegangspunt wordt niet weergegeven.

Tips van algemene aard voor het gebruik van een Wi-Fi-verbinding

bullet02Gebruik het toestel binnen het communicatiebereik van het apparaat dat aangesloten moet worden.

bullet02Gebruik vlakbij apparaten die gebruik maken van de 2,4-GHz-frequentie zoals magnetrons en draadloze telefoons, waardoor de radiogolf verloren gaat.

Gebruik de camera op voldoende afstand van deze apparaten.

bullet02Als het resterende batterijniveau laag is, is het misschien niet mogelijk de communicatie met andere apparaten tot stand te brengen of te handhaven.

(Er wordt een bericht afgebeeld zoals [Communicatiefout].)

bullet02Als u de camera op een metalen tafel of plank zet, kunnen de radiogolven een negatieve invloed ondergaan. In dergelijke gevallen slaagt u er mogelijk niet in verbinding te maken.

Beweeg de camera weg van het metalen oppervlak.


Draadloos toegangspunt

bullet02Controleer of het verbonden draadloze toegangspunt gebruikt kan worden.

bullet02Controleer de omstandigheden van de radiogolven van het draadloze toegangspunt.

– Verplaats de camera dichter bij het draadloze toegangspunt.

– Verander de locatie en de hoek van het draadloze toegangspunt.

bullet02Afhankelijk van het draadloze toegangspunt wordt de radiogolf mogelijk niet weergegeven ook al is hij aanwezig.

– Schakel het draadloze toegangspunt uit en weer in.

– Als het draadloze kanaal van het draadloze toegangspunt niet automatisch ingesteld kan worden, stel het kanaal dat door de camera ondersteund wordt dan handmatig in.

– Als de SSID van het draadloze toegangspunt ingesteld is om niet uit te zenden dan wordt het mogelijk niet gedetecteerd.

Voer de SSID in en maak vervolgens verbinding. (character_referenceVerbinden via handmatige input)

bullet02Afhankelijk van het draadloze toegangspunt zou verbinding automatisch verbroken kunnen worden nadat er een specifieke tijd om is.

Maak de verbinding opnieuw.


Kan geen verbinding maken met een draadloos toegangspunt.

bullet02De informatie van het draadloze toegangspunt die op de camera ingesteld is, is verkeerd.

Controleer het type authentificatie en de coderingssleutel. (character_referenceVerbinden via handmatige input)

bullet02Radiogolven vanaf andere inrichtingen kunnen de verbinding naar een draadloos toegangspunt blokkeren.

Controleer de status van andere apparaten die met het draadloze toegangspunt verbonden zijn, evenals de status van andere draadloze apparaten.


De Wi-Fi-verbinding met een iOS-apparaat mislukt.

bullet02Volg het bericht dat weergegeven wordt om de verbinding met de camera tot stand te brengen.

Als u nog steeds geen verbinding kunt maken, selecteer dan de SSID van de camera op het Wi-Fi set-upscherm van de smartphone om verbinding te maken.

Als de SSID niet weergegeven wordt, schakel de camera dan uit en in en voer opnieuw de instellingen van de Bluetooth verbinding uit.


De Wi-Fi-verbinding met een smartphone is niet mogelijk.

bullet02Verander het toegangspunt waarmee verbinding gemaakt moet worden in de Wi-Fi-instellingen van de smartphone op de camera.


Wanneer geprobeerd wordt verbinding te maken met een PC door Wi-Fi, herkent die niet gebruikersnaam en wachtwoord en is verbinding niet mogelijk.

bullet02Afhankelijk van de versie van de besturingsomgeving zijn er twee soorten gebruikersaccounts (lokale account/Microsoftaccount).

Controleer of u de gebruikersnaam en het wachtwoord van de lokale account gebruikt.


De PC wordt niet herkend als ik een Wi-Fi-verbinding gebruik. De camera kan niet via de Wi-Fi-functie met de PC verbonden worden.

bullet02Op het moment van aankoop is deze camera ingesteld om een werkgroepnaam van “WORKGROUP” te gebruiken.

Als u de werkgroepnaam van de PC veranderd heeft, zal die niet worden herkend.

Verander in het [Wi-Fi setup]-menu [PC-verbinding], de werkgroepnaam van de PC waarmee verbinding wordt gemaakt. (character_reference[PC-verbinding])

bullet02Controleer of de inlognaam en het wachtwoord correct ingetoetst zijn.

bullet02Als de klokinstellingen van de PC die met de camera verbonden is sterk afwijkt van die van de camera, dan kan de camera afhankelijk van het besturingssystemen niet met de PC verbonden worden.


Het verzenden van het beeld mislukt halverwege. Bepaalde beelden kunnen niet verzonden worden.

bullet02Is het beeld te groot?

– Verklein de beeldafmetingen bij [Grootte] (character_reference[Grootte]) en verstuur vervolgens het beeld.

– Verstuur nadat u de video gesplitst heeft met [Splits video] (character_reference[Splits video]).

bullet02De bestandsindeling van de video die verstuurd kan worden verschilt afhankelijk van de bestemming. (character_referenceBeelden die verzonden kunnen worden)


Ik ben het wachtwoord voor de Wi-Fi vergeten.

bullet02In het [Set-up] ([Instelling])-menu, veroorzaakt [Resetten] een reset van de netwerkinstellingen. (character_reference[Resetten])

Alle informatie die ingesteld is in [Wi-Fi setup] en [Bluetooth] zal echter ook gereset worden.


TV, PC

De TV-beelden worden met grijze banden weergegeven.

bullet02Afhankelijk van de [Aspectratio], zouden er grijze banden afgebeeld kunnen worden boven en onderaan of links en rechts van de beelden. U kunt de kleur van de band wijzigen in [Achtergrondkleur (afspelen)] in [HDMI-verbinding] van het [Set-up] ([AAN/UIT])-menu. (character_reference[Achtergrondkleur (afspelen)])


De beelden kunnen zelfs niet geïmporteerd worden wanneer er verbinding met een PC is.

bullet02Stel de [USB mode] van de camera in op [PC(Storage)]. (character_reference[USB mode])

bullet02Zet het toestel uit en aan.


Overige

[icon_fan-notice] wordt op het scherm weergegeven.

bullet02De ventilator is gestopt. Schakel de camera uit en weer in. Als de ventilator niet werkt nadat u de camera uit en vervolgens weer aan hebt gezet, raadpleeg dan de dealer.

bullet02De temperatuur van de camera zal stijgen als u doorgaat met de camera gebruiken terwijl de ventilator is gestopt. Een lange tijd niet gebruiken.


Wanneer de camera wordt geschud, klinkt een ratelend geluid uit de camera.

bullet02Het geluid wordt veroorzaakt door de in-body stabilisatie. Dit is geen defect.


Er is ratelend geluid van de lens als de camera wordt in- of uitgeschakeld of wanneer de camera wordt gedraaid. Er komt een geluid uit de lens tijdens het opnemen.

bullet02Dit is het geluid van de intern bewegende lens of de werking van het diafragma. Het is geen defect.


Er werd per ongeluk een onleesbare taal gekozen.

bullet02Selecteer opnieuw de taal uit het menu met gebruik van de volgende procedure.

button_menu-set character_arrow [icon_setup-menu] character_arrow [icon_setup-others] character_arrow [icon_language] character_arrow Selecteer gewenste taal (character_reference[Taal])


Het toestel wordt warm.

bullet02Het cameraoppervlak en de achterkant van het scherm kunnen tijdens gebruik warm worden, maar dit duidt niet op een probleem met de prestaties of de kwaliteit.