Belangrijkste Assist-functies

icon_related-info_s

Het menu [Voorkeuze] ([Scherm/Display (Video)]) heeft weergavehulpfuncties zoals de centrale markering en de veiligheidszonemarkering.

( character_reference [Voorkeuze]-menu ([Scherm/Display (Video)]))

[Flikker onderdrukking (Video)]

icon_mode-photo_gray icon_mode-movie

icon_mode-ia_gray icon_mode-p icon_mode-a icon_mode-s icon_mode-m icon_mode-creative-motion_gray icon_mode-slow-and-quick-motion_gray

De sluitersnelheid kan vastgezet worden om flikkeren van of strepen in het bewegende beeld te reduceren.

button_menu-set [ icon_movie ] [ icon_photo-quality ] Selecteer [Flikker onderdrukking (Video)]

[1/50]/[1/60]/[1/100]/[1/120]

[OFF]

icon_info_s

Dit kan worden ingesteld als [Autom. belichting P/A/S/M] op [ON] is gezet. ( character_reference [Autom. belichting P/A/S/M])

[SS/gain bediening]

icon_mode-photo_gray icon_mode-movie

icon_mode-ia_gray icon_mode-p_gray icon_mode-a_gray icon_mode-s_gray icon_mode-m_gray icon_mode-creative-motion icon_mode-slow-and-quick-motion

U kunt de waarde-eenheden van de sluitertijd en de gain (gevoeligheid) omschakelen.

button_menu-set [ icon_movie ] [ icon_photo-quality ] Selecteer [SS/gain bediening]

[SEC/ISO]

Geeft de sluitertijd weer in seconden en de gain in ISO.

[ANGLE/ISO]

Geeft de sluitertijd weer in graden en de gain in ISO.

De hoek kan worden ingesteld worden in een bereik tussen 11° en 358°.

(Wanneer [Synchro scan] op [OFF] gezet is)

[SEC/dB]

Geeft de sluitertijd weer in seconden en de gain in dB.

0 dB komt met een van de volgende ISO-gevoeligheidswaarden overeen.

– Wanneer [Inst. dual native gain] ingesteld is op [AUTO] of [LOW]: [100]

– Wanneer [Inst. dual native gain] op [HIGH] gezet is: [640]

icon_info_s

Wanneer [SS/gain bediening] is ingesteld op [SEC/dB], veranderen de menunamen zoals hieronder:

– [Inst. dual native ISO] [Inst. dual native gain]

– [ISO-gevoeligh. (video)] [Versterkingsinstelling]

– [ISO Auto Onderl. Inst.] [Inst. Auto Vers. Onderl.]

– [ISO Auto Bovenl. Inst.] [Inst. Auto Vers. Bovenl.]

– [Uitgebreide ISO] [Uitgebr. Versterkingsinst.]

– [Instellingen ISO-weergave] [Instelling gain-weergave]

character_diamond Instellingsbereik voor Gain (gevoeligheid)

Wanneer [SS/gain bediening] is ingesteld op [SEC/dB], kan de gain (gevoeligheid) worden ingesteld in het volgende bereik.

[Inst. dual native gain]	[Uitgebr. Versterkingsinst.]	Instellingsbereik voor Gain (gevoeligheid)
[AUTO]	[OFF]	[AUTO], [0dB] tot [+54dB]
[AUTO]	[ON]	[AUTO], [−6dB] tot [+66dB]
[LOW]	[OFF]	[AUTO], [0dB] tot [+18dB]
[LOW]	[ON]	[AUTO], [−6dB] tot [+18dB]
[HIGH]	[OFF]	[AUTO], [0dB] tot [+38dB]
[HIGH]	[ON]	[AUTO], [−6dB] tot [+50dB]

[WFM/Vectorbereik]

icon_mode-photo_gray icon_mode-movie

icon_mode-ia_gray icon_mode-p_gray icon_mode-a_gray icon_mode-s_gray icon_mode-m_gray icon_mode-creative-motion icon_mode-slow-and-quick-motion

Dit geeft de golfvormmonitor of het vectorbereik op het opnamescherm weer. U kunt ook de grootte van de golfvormweergave veranderen.

Zet de opnamefunctie op [] of [S&Q].

Stel de modusknop in. ( character_reference De opnamemodus selecteren)

Stel [WFM/Vectorbereik] in.

button_menu-set [] [ icon_video-display-output ] [WFM/Vectorbereik]

[WAVE]

Geeft een golfvorm weer.

[VECTOR]

Geeft het vectorbereik weer.

[OFF]

Selecteer de weer te geven positie.

Druk op character_up character_down character_left character_right om te selecteren en druk vervolgens op button_menu-set of button_joy-stick-push_s .

De posities kunnen met gebruik van de joystick diagonaal verplaatst worden.

U kunt ook verplaatsen met de aanraakbediening.

U kunt image_rear-dial_s roteren om de grootte van de golfvorm te veranderen.

Druk op [DISP.] om de positie van de golfvorm of het vectorbereik weer naar het midden terug te brengen. Als u nogmaals op [DISP.] drukt, wordt de golfvorm teruggezet naar de standaardinstelling.

gui_wfm-1

character_diamond Schermweergaves

Golfvorm

De golfvorm die op de camera weergegeven wordt, duidt op de luminantie met waarden die op onderstaande omzettingen gebaseerd zijn:

0 % (IRE character_asterisk ): Luminantiewaarde 16 (8 bit)

100 % (IRE character_asterisk ): Luminantiewaarde 235 (8 bit)

IRE: Institute of Radio Engineers

image_wfm-1

(A) 109 % (IRE) (stippellijn)

(B) 100 % (IRE)

(D) 0 % (IRE)

(E) -4 % (IRE) (stippellijn)

(F) Het bereik tussen 0 % en 100 % toont stippellijnen met intervallen van 10 %.

Weergavevoorbeeld)

image_wfm-2

Vectorbereik

image_vector-1

(G) R (Rood)

(H) YL (Geel)

(I) G (Groen)

(J) MG (Magenta)

(K) B (Blauw)

(L) CY (Cyaan)

Weergavevoorbeeld)

image_vector-2

icon_info_s

Als u de functie aan een Fn-knop toekent, kunt u schakelen tussen het weergeven en verbergen ervan tijdens het opnemen van een video. ( character_reference Fn-knoppen)

U kunt de positie ook verplaatsen door te verslepen op het opnamescherm.

De golfvorm en het vectorbereik worden niet uitgevoerd via HDMI.

[Spotmeter helderheid]

icon_mode-photo icon_mode-movie

icon_mode-ia icon_mode-p icon_mode-a icon_mode-s icon_mode-m icon_mode-creative-motion icon_mode-slow-and-quick-motion

Geef elke plek aan op het onderwerp om de luminantie over een klein gebied te meten.

Stel in [Spotmeter helderheid].

button_menu-set [] [ icon_video-display-output ] [Spotmeter helderheid] [ON]

Selecteer de positie waar u de luminantie wilt meten.

Druk op character_up character_down character_left character_right om te selecteren en druk vervolgens op button_menu-set of button_joy-stick-push_s .

De posities kunnen met gebruik van de joystick diagonaal verplaatst worden.

U kunt de positie ook wijzigen door het kader op het opnamescherm te verslepen.

Druk op [DISP.] om de positie naar het midden terug te brengen.

gui_yget-marker2

(M) Luminantiewaarde

character_diamond Meetbereik

Meting is mogelijk in het bereik van −7 % tot 109 % (IRE).

Als [Fotostijl] wordt ingesteld op [V-Log]/[REAL TIME LUT] kan dit worden gemeten met “Stop” toestellen.

(Berekend als “0 Stop”=42 % (IRE))

[Zebrapatroon]

icon_mode-photo icon_mode-movie

icon_mode-ia icon_mode-p icon_mode-a icon_mode-s icon_mode-m icon_mode-creative-motion icon_mode-slow-and-quick-motion

Onderdelen die helderder zijn dan de basiswaarde worden weergegeven met strepen.

U kunt ook de basiswaarde en de breedte van het bereik instellen, zodat de strepen worden weergegeven op onderdelen die binnen het bereik vallen van de helderheid die u opgeeft.

gui_zebra1

[ZEBRA1]

gui_zebra2

[ZEBRA2]

gui_zebra1-2

[ZEBRA1+2]

button_menu-set [] [ icon_video-display-output ] Selecteer [Zebrapatroon]

[ZEBRA1]	Onderdelen die helderder zijn dan de basiswaarde worden weergegeven met [ZEBRA1] strepen.
[ZEBRA2]	Onderdelen die helderder zijn dan de basiswaarde worden weergegeven met [ZEBRA2] strepen.
[ZEBRA1+2]	[ZEBRA1] en [ZEBRA2] worden weergegeven.
[OFF]	—
[SET]	Stelt de basishelderheid in.
	[Zebra 1]	[50%] tot [105%]/[BASE/RANGE]
	[Zebra 2]	[50%] tot [105%]/[BASE/RANGE]

character_diamond Wanneer [BASE/RANGE] is geselecteerd met [SET]

Gecentreerd op helderheidsinstelling met [Basisniveau], worden delen met de helderheid in het bereik ingesteld in [Bereik], weergegeven met de strepen.

[Basisniveau] kan worden ingesteld in het bereik tussen 0 % en 109 % (IRE).

[Bereik] kan worden ingesteld in het bereik tussen ±1 % en ±10 % (IRE).

Als [Fotostijl] op [V-Log]/[REAL TIME LUT] gezet is, worden deze op “Stop”-eenheden gezet.

(Berekend als “0 Stop”=42 % (IRE))

icon_info_s

[ZEBRA1+2] kan niet worden geselecteerd bij het instellen van [BASE/RANGE].

[Markering van het frame]

icon_mode-photo icon_mode-movie

icon_mode-ia icon_mode-p icon_mode-a icon_mode-s icon_mode-m icon_mode-creative-motion icon_mode-slow-and-quick-motion

Een frame met het ingestelde aspectratio wordt op het opnamescherm weergegeven. Zo kunt u tijdens het opnemen de gezichtshoek zien die zal worden bereikt met trimmen (bijsnijden) bij het naverwerken.

button_menu-set [] [ icon_video-display-output ] Selecteer [Markering van het frame]

[ON]	Geeft de videoframemarker weer op het opnamescherm.
[OFF]	—
[SET]	[Frame aspect]	Stelt de beeldverhouding van de videoframemarker in. [2.39:1]/[2.35:1]/[2.00:1]/[1.85:1]/[16:9]/[4:3]/[5:4]/[1:1]/[4:5]/[9:16]/[CUSTOM]
	[Frame kleur]	Stelt de kleur van de videoframemarker in.
	[Frame masker]	Stelt de opaciteit van de buitenzijde van de videoframemarker in. [100%]/[75%]/[50%]/[25%]/[OFF]

character_diamond Als [CUSTOM] geselecteerd is met [Frame aspect] in [SET]

U kunt de beeldverhouding van het frame vrij instellen.

Druk op character_up character_down character_left character_right om de middenpositie te verplaatsen.

De posities kunnen met gebruik van de joystick diagonaal verplaatst worden.

U kunt de positie ook wijzigen door het kader op het opnamescherm te verslepen.

Ztel de hoogte van het frame in met [ image_front-dial_s ] en de breedte met [ image_rear-dial_s ].

U kunt ook met uw vingers een knijpende/spreidende beweging in het frame maken om de afmetingen te veranderen.

gui_flame_disp

(N) Coördinaten van het midden (0 is het midden van het scherm).

(O) Hoogte en breedte van het frame

De beeldverhouding kan ingesteld worden in het bereik van 1 % tot 100 %.

De eerste druk op [DISP.] veroorzaakt de terugkeer van de framepositie naar het midden.

De tweede druk zet de grootte van het frame weer op de fabrieksinstelling.

Kleurenbalken/testtoon

icon_mode-photo icon_mode-movie

icon_mode-ia icon_mode-p icon_mode-a icon_mode-s icon_mode-m icon_mode-creative-motion icon_mode-slow-and-quick-motion

De kleurenbalken worden op het opnamescherm weergegeven.

Een testtoon wordt uitgevoerd, terwijl de kleuren worden weergegeven.

button_menu-set [] [ icon_video-display-output ] Selecteer [Kleurenbalken]

Instellingen: [SMPTE]/[EBU]/[ARIB]

Druk op button_menu-set om de weergave te beëindigen.

gui_color-bar-smpte

[SMPTE]

gui_color-bar-ebu

[EBU]

gui_color-bar-arib

[ARIB]

character_diamond De testtoon aanpassen

Er zijn 4 niveaus ([−12dB], [−18dB], [−20dB] en [MUTE]) waaruit de testtoon kan worden geselecteerd.

Draai image_front-dial_s , image_rear-dial_s of button_control-dial_s om het testtoonniveau te selecteren.

icon_info_s

De kleurenbalken en de testtoon worden opgenomen op de video als de video-opname wordt gestart terwijl de gekleurde balken worden weergegeven.

De helderheid en de kleuring die op de monitor of de zoeker van de camera verschijnen, kunnen verschillen van die welke op een ander apparaat verschijnen, zoals op een externe monitor.