[Voorkeuze]-Menu
[Voorkeuze]-menu ([Afbeeldingskwaliteit])
[Voorkeuze]-menu ([Focus/Sluiter])
[Voorkeuze]-menu ([Bediening])
[Voorkeuze]-menu ([Scherm/Display (Foto)])
[Voorkeuze]-menu ([Scherm/Display (Video)])
[Voorkeuze]-menu ([Lens / Andere])
[Voorkeuze]-menu ([Afbeeldingskwaliteit])
|
[Fotostijl-instellingen]
[Fotostijl tonen/verbergen] |
[Levendig] / [Natuurlijk] / [L.ClassicNeo] / [Geleidelijk] / [Landschap] / [Portret] / [L.Zwart-wit] / [L.Zwart-wit D] / [L.Zwart-wit S] / [LEICA zwart-wit] / [Cinelike D2] / [Cinelike V2] / [Als709] / [V-Log] / [REAL TIME LUT] / [Als2100(HLG)] / [Als2100(HLG) Volled.bereik] / [MY PHOTO STYLE 1] tot [MY PHOTO STYLE 10] |
Stelt items van de Fotostijl in die op het menu weergegeven worden. |
|
[Mijn Fotostijl-instellingen] |
[Effecten toevoegen] |
[Laad voorinstelling] |
|
Maakt gedetailleerde instellingen voor de aanpassing van de afbeeldingskwaliteit voor Mijn Fotostijl mogelijk. [Effecten toevoegen]: Schakelt instellingen [Inst. dual native ISO], [Gevoeligheid] en [Witbalans] in bij het aanpassen van de beeldwaliteit. [Laad voorinstelling]: Stelt de timing in waarop de waarden voor de aanpassing van de afbeeldingskwaliteit, die gewijzigd waren in Mijn Fotostijl, weer op de geregistreerde status komen te staan. |
|
[Fotostijl resetten] |
|
Zet de details die gewijzigd waren in [Fotostijl] en [Fotostijl-instellingen] weer op de standaardinstellingen. |
[LUT-bibliotheek]
[Vlog_709] / [Sample LUT1] / [Sample LUT2] / [Sample LUT3] / [Set4] tot [Set39] |
Registreert LUT-bestanden op de camera. |
[ISO-verhoging]
|
Wijzigt de intervallen tussen de waarden voor de aanpassing van de ISO-gevoeligheid. |
[Uitgebreide ISO]
[ON] / |
Breidt het instellingsbereik van ISO-gevoeligheid uit.
– Als [AUTO] ingesteld is: Ondergrens kan worden uitgebreid tot [50] en de bovengrens kan worden uitgebreid tot [204800] – Als [LOW] ingesteld is: Ondergrens kan worden uitgebreid tot [50] – Als [HIGH] ingesteld is: Ondergrens kan worden uitgebreid tot [320] en de bovengrens kan worden uitgebreid tot [204800] |
[Belichtingsverpl. aanpassen]
[Multimeting] |
[−1EV] tot [+1EV] ( |
[Centrum] |
[−1EV] tot [+1EV] ( |
[Spot] |
[−1EV] tot [+1EV] ( |
[Lichtgewogen meting] |
[−1EV] tot [+1EV] ( |
Past het belichtingsniveau aan dat de standaard is voor ieder instellingsitem van [Meetfunctie]. Voegt tijdens het opnemen de aanpassingswaarde van deze functie toe aan de waarde van de belichtingscompensatie (
|
[Gezichtsprior. in Multimeting]
|
Als [Meetfunctie] op [ Als het op [OFF] gezet is, kan de verandering van de belichting die veroorzaakt wordt door de [FACE/EYE] automatische detectiefunctie, vermeden worden. |
[Instelling AWB- vergrendel.]
[Bediening synchr. met sluiter] |
[WHILE PRESSING] / [DURING BURST SHOOTING] / |
[Vergr. vasthoudn mt Fn-knop] |
|
Zet de witbalans vast terwijl u de sluiterknop of de Fn-knop indrukt als de witbalans auto is ([AWB]/[AWBc]/[AWBw]). Hierdoor wordt voorkomen dat de witbalans onbedoeld veranderd wordt terwijl de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt, tijdens burstopnames of bij het opnemen van video's. [Bediening synchr. met sluiter] [WHILE PRESSING]: Zet de witbalans vast terwijl de sluiterknop ingedrukt wordt (ook wanneer die tot halverwege ingedrukt wordt of tijdens burstopnames). [DURING BURST SHOOTING]: Zet de witbalans vast tijdens burstopnames. [OFF]: Witbalans is niet vastgezet. [Vergr. vasthoudn mt Fn-knop] [ON]: Wanneer u op de Fn-knop drukt die geregistreerd is met [AWB-vergrendeling], wordt de witbalans vastgezet. Druk er opnieuw op om de vergrendeling te annuleren. [OFF]: Terwijl u op de Fn-knop drukt die geregistreerd is met [AWB-vergrendeling], wordt de witbalans vastgezet.
|
[Kleurruimte]
|
Dit stelt de methode voor de reproductie van de correcte kleuren in van de opgenomen beelden op een PC-scherm of op een apparaat zoals een printer. [sRGB]: Dit wordt op grote schaal gebruikt in PC's en gelijkaardige apparaten. [AdobeRGB]: AdobeRGB wordt vooral gebruikt voor zakelijke doeleinden zoals professioneel printen omdat het een groter bereik van reproduceerbare kleuren heeft dan sRGB.
– Bewegende beelden opnemen – [Als709]/[V-Log]/[REAL TIME LUT](basis Photo Style is [V-Log])([Fotostijl]) – [Filterinstellingen] |
[Belichtingscomp. reset]
[ON] / |
Dit veroorzaakt een reset van de belichtingswaarde als u de opnamemodus verandert of de camera uitschakelt. |
[Autom. belichting P/A/S/M]
|
Selecteert de instellingsmethode voor de diafragmawaarde, de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid wanneer een video opgenomen wordt in de modussen [P]/[A]/[S]/[M]. [ON]: Neemt op met waarden die automatisch door de camera ingesteld worden. [OFF]: Neemt op met de waarden die ingesteld zijn in de [P]/[A]/[S]/[M] modussen. |
[Inst. Creatieve filmmodus]
[F/SS/ISO/Belichtingscomp.] |
|
[Witbalans] |
|
[Fotostijl] |
|
[Meetfunctie] |
|
[AF mode] |
|
De inhoud die ingesteld is in de [ |
[Voorkeuze]-menu ([Focus/Sluiter])
|
[Prio. focus/sluiter]
[AFS] |
|
[AFC] |
[FOCUS] / |
Dit stelt in of de prioriteit tijdens Auto Focus aan de scherpstelling of aan de ontspanknop gegeven moet worden. [FOCUS]: Schakelt de opname uit als geen scherpstelling verkregen wordt. [BALANCE]: Voert de opname uit terwijl het evenwicht tussen de scherpstelling en de timing voor het loslaten van de sluiterknop geregeld wordt. [RELEASE]: Schakelt de opname zelfs in als geen scherpstelling verkregen wordt. |
[Focusoversch. vr Ver./ Hor.]
[ON] / |
Slaat afzonderlijke posities voor AF-gebieden (MF-posities voor MF Assist) voor wanneer de camera verticaal wordt gehouden en wanneer hij horizontaal wordt gehouden. |
[AE-vergr.-vast]
[ON] / |
Dit stelt knopbedieningen voor AF/AE-vergrendeling in. Door dit op [ON] te zetten wordt de vergrendeling gehandhaafd nadat de knop losgelaten is, tot hij weer ingedrukt wordt. |
[AF+MF]
[ON] / |
Wanneer de focusmodus op [AFS]/[AFC] gezet is, kunt u het brandpunt, tijdens AF-vergrendeling met de hand fijn afstellen.
Tijdens de video-opname is de MF-modus actief wanneer u aan de focusring draait en is de AF-modus actief wanneer u stopt met draaien aan de focusring.
|
[MF assist]
[Focusring] (Als een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt waarop een focusring bevestigd is) |
|
[AF mode] |
|
[MF assist weergave] |
[FULL] / |
[Maximale vergroting in "FULL"] |
[6x] / |
Dit stelt de weergavemethode van MF Assist in (vergroot scherm). [Focusring]: Het scherm wordt vergroot door scherp te stellen met de lens. [AF mode]: Het scherm wordt vergroot door op [ [MF assist weergave]: Stelt de weergavemethode (volledig scherm/venstermodus) van MF Assist in (vergroot scherm). [Maximale vergroting in "FULL"]: Stelt de maximale vergroting voor de vergrote weergave in ([FULL]). Bij een instelling van [6x] is het gebied dat kan worden vergroot, breder. |
[MF-gids]
[
|
Tijdens MF zal MF-gids, die als een gids voor de opname-afstand werkt, op het scherm weergegeven worden. U kunt kiezen uit meters of feet als weergave-eenheid. |
[Vergrendeling focusring]
[ON] / |
Dit schakelt de werking van de focusring uit tijdens MF om de focus te vergrendelen.
|
[AF-modus tonen/verbergen]
[Tracking] |
|
[AF volledige zone] |
|
[Zone (horizontaal/verticaal)] |
|
[Zone] |
|
[1-zone+] |
|
[Spot] |
|
Stel de items van de AF-modus in om weergegeven te worden op het selectiescherm van de AF-modus. |
[Spot AF-Instelling]
[Spot AF tijd] |
[LONG] / |
[Spot AF weergave] |
[FULL] / |
Wijzigt de instellingen van de vergrote weergave die weergegeven worden wanneer de AF-modus [ [Spot AF tijd]: Stelt in hoe lang het scherm vergroot wordt wanneer de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. [Spot AF weergave]: Stelt de weergavemethode (volledig scherm/venster) van het vergrote scherm in. |
[Inst. vergroting AF-punt]
[Behoud schermvergroting] |
[ON] / |
[PIP-scherm] |
[FULL] / |
Wijzigt de instellingen van het vergrote scherm van Vergroting AF-Punt ( [Behoud schermvergroting]: Door dit op [ON] te zetten, wordt het vergrote scherm gehandhaafd nadat op de Fn-knop gedrukt is, tot er opnieuw op gedrukt wordt. [PIP-scherm]: Stelt de weergavemethode (volledig scherm
|
[Sluiter-focus]
|
Dit past de scherpstelling automatisch aan als u de ontspanknop tot halverwege indrukt. |
[Weerg. mens.oogdetectie]
|
Als het op [OFF] gezet is, kunt u het kruisje dat op menselijke ogen verschijnt, wanneer daar op scherp gesteld is, laten verdwijnen door de sluiterknop tot halverwege in te drukken, enz. |
[Ontsp. knop half indr.]
[ON] / |
U kunt de ontspanner loslaten door de ontspanknop tot halverwege in te drukken. |
[Wijs video-opn. toe aan sluiter]
|
Gebruik de sluiterknop voor het starten/stoppen van de video-opname in de [ Het starten/stoppen van de video-opname met gebruik van de sluiterknop kan uitgeschakeld worden als het op [OFF] gezet wordt. |
[Quick AF]
[ON] / |
Wanneer de hoeveelheid beweging van de camera klein is, zal de camera het brandpunt automatisch aanpassen en zal de scherpstelaanpassing sneller zijn als op de ontspanknop gedrukt wordt.
– In Preview-modus – In situaties met weinig licht |
[Loop verpl. focus kader]
[ON] / |
Als het AF-gebied, MF Assist of een vergrote videoweergave van live view verplaatst wordt, activeert dit de looping van de ene rand van het scherm naar de rand ertegenover. |
[Vergr. liveweerg. (video)]
[Behoud schermvergroting] |
|
[PIP-scherm] |
[FULL] / |
Stelt de werking van de functie in voor het vergroten van de video live view ( [Behoud schermvergroting] [ON]: Vergroot de weergave na het loslaten van de Fn-knop tot opnieuw op de knop gedrukt wordt. [OFF]: Vergroot de weergave precies wanneer de Fn-knop ingedrukt wordt. [PIP-scherm] Stelt de manier in waarop het scherm wergegeven wrodt (volledige schermmodus/venstermodus). |
[Voorkeuze]-menu ([Bediening])
|
[Instellingen Q.MENU]
[Opmaakstijl] |
|
[Item aanpassen (Foto)] |
|
[Item aanpassen (Video)] |
|
Past het Quick Menu aan. |
[Touch inst.]
[Touch scherm] |
[ON] / |
[Touch tab] |
[ON] / |
[Touch AF] |
|
Dit schakelt aanraakbediening op de schermweergave in. [Touch scherm]: Alle aanraakbedieningen. [PARTIAL] stelt een deel van het touch scherm in als beperkt toegankelijk gebied. ( [Touch tab]: De bediening van de tabs, zoals [ [Touch AF]: Handeling voor het optimaliseren van het brandpunt ([AF]) voor een aangeraakt onderwerp. Als alternatief de handeling voor het optimaliseren ban zowel het brandpunt als de helderheid ([AF+AE]). ( |
[Vergrend. bed. inst.]
[Cursor] |
|
[Touch scherm] |
|
[Draaiknop] |
|
[DISP.-knop] |
|
Dit stelt de bedieningsfuncties in die uitgeschakeld moeten worden met de Fn-knop [Vergrend. Bediening]. (Alleen voor opnamescherm) [Cursor]: Cursorknoppen, [MENU/SET]-knop, en [Touch scherm]: Touch scherm [Draaiknop]: [DISP.-knop]: [DISP.]-knop |
[Fn knopinstelling]
[Instelling in opnamemodus] |
[Instelling in afspeelmodus] |
Registreert een functie op de Fn-knop. |
[Instellingen ISO-weergave]
[Voorste Wiel] |
|
Dit stelt de werking van de draaiknop in het instellingenscherm voor ISO-gevoeligheid in. Met toewijzen van [ |
[Inst. belichtingscomp scherm]
[Cursorknoppen (omh./oml.)] |
[ |
Dit stelt de werking in van de Met toewijzen van [ |
|
[Voorste Wiel] |
|
Dit stelt de werking van de draaiknop in het belichtingscompensatiescherm in. |
[Instellingen wieltje]
[Wieltje toewijzen (F/SS)] |
|
||||||
Stelt de bedieningen in die toegekend moeten worden aan de draaiknoppen in de [P]/[A]/[S]/[M]-modussen.
|
|||||||
|
|
|
[P] |
[A] |
[S] |
[M] |
|
|
[SET1] |
|
|
F |
SS |
F |
|
|
|
|
F |
SS |
SS |
|
|
|
[SET2] |
|
— |
F |
— |
F |
|
|
|
|
— |
SS |
SS |
|
|
|
[SET3] |
|
— |
— |
SS |
SS |
|
|
|
|
F |
— |
F |
|
|
|
[SET4] |
|
— |
— |
— |
F |
|
|
|
|
F |
SS |
SS |
|
|
|
[SET5] |
|
|
F |
SS |
F |
|
|
|
— |
— |
— |
SS |
|
|
|
|||||||
[Draairichting (F/SS)] |
|
||||||
Wijzigt de rotatierichtingen van de draaiknoppen voor de aanpassing van de diafragmawaarde en de sluitertijd. |
|||||||
[Belichtingscomp.] |
[ |
||||||
Kent belichtingscompensatie aan
|
|||||||
[Instelling dialwerking] |
[ |
||||||
[ |
|||||||
In de Fn-knop [Dialwerking] wordt hiermee ingesteld dat de functies tijdelijk worden toegewezen aan |
[Voorkeuze]-menu ([Scherm/Display (Foto)])
|
[Auto review]
[Tijdsduur (foto)] |
[HOLD] / [5SEC] tot [0.5SEC] / |
[Prior. afspeelbewerking] |
[ON] / |
Dit geeft een beeld weer onmiddellijk nadat het opgenomen is. [Tijdsduur (foto)]: Stelt Auto Review in wanneer foto's genomen worden. [Prior. afspeelbewerking]: Als dit op [ON] gezet is, kunt u tijdens Auto Review naar het afspeelscherm schakelen of foto's wissen.
[Prior. afspeelbewerking] zal vast op [ON] staan. |
[Constant preview]
[ON] / |
|
[SET] |
[Effect] |
[Voorvertoning in MF assist] |
|
U kunt de diafragma-effecten altijd op het opnamescherm controleren wanneer u in de [A]/[M]-modus bent. U kunt op hetzelfde moment ook de sluitertijd controleren wanneer u in de /[M]-modus bent.
|
[Histogram]
[ON] / |
Dit geeft het histogram weer. Door dit op [ON] te zetten, wordt het overgangsscherm van het histogram weergegeven. Druk op
Door naar de verdeling van de grafiek te kijken, kunt u de huidige belichting bepalen. (A) Donker (B) Helder
– Tijdens de belichtingscompensatie – Als geen standaardbelichting verkregen wordt, zoals wanneer er weinig licht is.
– [WFM/Vectorbereik]
|
[Fotorasterlijn]
[ |
Stelt het richtlijnenpatroon in dat op het opnamescherm weergegeven wordt. Als [
|
[Live View versterken]
[MODE1] / [MODE2] / |
|
[SET] |
[P/A/S/M] / |
Geeft het scherm helderder weer zodat het in een omgeving met weinig licht gemakkelijker is de onderwerpen en composities te controleren. [MODE1]: Instelling voor weinig helderheid, prioriteit gegeven aan zachte weergave. [MODE2]: Instelling voor veel helderheid, prioriteit gegeven aan zichtbaarheid van het beeld.
– Als de belichting aangepast wordt (wanneer de sluiterknop bijvoorbeeld tot halverwege ingedrukt wordt) – Als een video opgenomen wordt – Als [Filterinstellingen] gebruikt wordt – Als het sluitertijdeffect van [Constant preview] weergegeven wordt |
[Nachtmodus]
[ON] / |
|
Geeft het scherm rood weer. In een donkere omgeving verlaagt dit de helderheid van het scherm waardoor de omgeving moeilijk te zien is. U kunt ook de luminantie van de rode weergave instellen.
|
[Monitorweerg.-instellingen]
[Monitorweergave Ingesteld] |
[ |
Bepaalt of liveweergave wordt geopend zonder de informatieweergave te bedekken of op het gehele scherm. [ [ |
|
[Horiz. beeld omdraaien(monitor)] |
|
[Vert. beeld omdraaien(monitor)] |
|
U kunt instellen of het scherm al dan niet kantelt, afhankelijk van de richting of hoek van de monitor tijdens de opname. [Horiz. beeld omdraaien(monitor)] [AUTO]: Het scherm kantelt automatisch naar de horizontale stand, al naargelang de hoek waarop de monitor geopend of gesloten is. [ON]: Het scherm staat altijd in de horizontale stand. [OFF]: Scherm is niet gekanteld. [Vert. beeld omdraaien(monitor)] [AUTO]: Het scherm kantelt automatisch in de verticale stand al naargelang de hoek waarop de monitor gedraaid is. [ON]: Het scherm staat altijd in de verticale stand. [OFF]: Scherm is niet gekanteld.
|
[Lichtmeter]
[ON] / |
Dit geeft de belichtingsmeter weer.
|
[Brandpuntsafst.]
|
Geeft de brandpuntafstand op het opnamescherm weer tijdens de zoombediening. |
[Knipperende highlights]
[ON] / |
De overbelichte zones verschijnen zwart-wit knipperend tijdens Auto Review of afspelen.
Gebruik dit om de highlight-weergave te wissen. ( |
[Zuivere overlay]
[ON] / |
|
[SET] |
[Transparantie] |
[Selecteer afbeelding] |
|
[Resetten na uitschakeling] |
|
[Beeldweerg. (sluiter indr.)] |
|
Een foto die opgenomen is, of een beeld dat uit een video geëxtraheerd is, wordt als een overlay op het opnamescherm weergegeven.
– Bewegende beelden opnemen – [Stop-motionanimatie] – [Autom. overzetten] |
[Beeldstab. Statusbereik]
[ON] / |
Geeft een referentiepunt (C) op het opnamescherm weer zodat op camerabewegingen gecontroleerd kan worden.
– Als [Bedieningsstand] in [Beeldstabilisatie] op [OFF] gezet is – Als de O.I.S.-schakelaar op de lens [OFF] is
– Bewegende beelden opnemen – Hoge Resolutie Modus (als [Handheld hoge resolutie] op [OFF] gezet is) |
[Niveaumeting]
|
Geeft de niveaumeting weer, wat nuttig is voor het corrigeren van de kanteling van de camera. (D) Horizontaal (E) Verticaal (F) Groen (geen kanteling)
|
[Spotmeter helderheid]
[ON] / |
Geef elke plek aan op het onderwerp om de luminantie over een klein gebied te meten. |
[Framecontouren]
[ON] / |
Geeft de contouren voor live view weer. |
[Toon/verberg schermopm.]
[Bedieningspaneel] |
|
[Zwart scherm] |
|
Geeft het bedieningspaneel en een zwart scherm weer wanneer tussen de weergaven geschakeld wordt met gebruik van de [DISP.]-knop. ( |
[Voorkeuze]-menu ([Scherm/Display (Video)])
|
[Log View Assist]
[LUT Selecteren(V-Log)] |
|
[LUT weergavehulp (Monitor)] |
[ON] / |
[LUT weergavehulp (HDMI)] |
[ON] / |
U kunt afbeeldingen weergeven met het LUT-bestand toegepast op het scherm of ze uitvoeren via HDMI. |
[HLG View Assist]
[Scherm] |
[MODE1] / |
[HDMI] |
|
Bij het opnemen of afspelen van HLG-video's geeft dit beelden op het scherm van de camera weer met geconverteerd kleurengamma en helderheid of voert deze uit via HDMI. |
[Anamorfisch scherm aanp.]
[ |
Hiermee worden de aangepaste beelden weergegeven die passen bij de vergroting van de anamorfische lens op deze camera. |
[Zwart-wit Live View]
[ON] / |
U kunt het opnamescherm zwart-wit weergeven.
|
[Centrummarkering]
[ |
Het midden van het opnamescherm zal weergegeven worden als [+]. De vorm van de marker kan gewijzigd worden. |
[Markering veiligheidszone]
[ |
||
[SET] |
[Formaat] |
[95%] |
|
||
[80%] |
||
Dit geeft de veiligheidszone weer, die een gids toont voor het gebied dat op een huishoudelijke TV getoond wordt, op het opnamescherm. |
[Markering van het frame]
[ON] / |
|
[SET] |
[Frame aspect] |
[Frame kleur] |
|
[Frame masker] |
|
Een frame met het ingestelde aspectratio wordt op het opnamescherm weergegeven. [Frame aspect] kan ook aangepast worden. |
[Zebrapatroon]
[ZEBRA1] / [ZEBRA2] / [ZEBRA1+2] / |
|
[SET] |
[Zebra 1] |
[Zebra 2] |
|
Onderdelen die helderder zijn dan de basiswaarde worden weergegeven met strepen. |
[WFM/Vectorbereik]
[WAVE] / [VECTOR] / |
Dit geeft de golfvormmonitor of het vectorbereik op het opnamescherm weer. |
[Kleurenbalken]
[SMPTE] / [EBU] / [ARIB] |
De kleurenbalken worden op het opnamescherm weergegeven. |
[Video prioriteit menu]
[ON] / |
In de modi [iA]/[P]/[A]/[S]/[M] schakelt u naar de opnameschermweergave en het bedieningspaneel, die bij de video-opname passen, net als met de modus [ Het afspeelscherm schakelt ook naar een scherm dat prioriteit geeft aan video.
– [Intervalopname] – [Stop-motionanimatie] |
[Rode aanduiding beeldopn.]
[ON] / |
Er wordt een rood kader op het opnamescherm weergeven, dat aangeeft dat video wordt opgenomen. |
[Voorkeuze]-menu ([AAN/UIT])
|
[HDMI-opname-output]
[Info tonen] ( |
|
[HDMI-opnamebedien.] ( |
[ON] / |
[Geluid output (HDMI)] ( |
|
[Vergrote live-weergave] ( |
[MODE1] / [MODE2] / |
Stelt HDMI-uitvoer in tijdens opname |
[Voorkeuze]-menu ([Lens / Andere])
|
[Lenspositie Hervatten]
[ON] / |
De camera slaat de focuspositie op wanneer u hem uitschakelt. |
[Instelling Fn-knop lens]
|
Een functie op de focusknop van een onderling verwisselbare lens registreren
|
[Bediening focusring]
|
|
[SET] |
[90°] tot [1080°] ( |
Stelt de verplaatsingshoeveelheid van de scherpstelling in met gebruik van de focusring. (Als ondersteunde lenzen gebruikt worden) [NON-LINEAR]: Focus reageert volgens de draaisnelheid van de focusring. [LINEAR]: Focus reageert met een constante hoeveelheid volgens de draaihoek van de focusring.
[SET]: Stelt de draaihoek van de focusring in voor wanneer [LINEAR] geselecteerd is.
|
[AF-microaanpassing]
[ALL] / [ADJUST BY LENS] / |
U kunt fijne aanpassingen van het focuspunt maken wanneer u scherp stelt met fasedetectie-AF. |
[Lensinformatie]
[Lens1] tot [Lens12] ( |
Bij het gebruik van een lens die geen communicatiefunctie met de camera heeft, registreert u de lensinformatie in de camera.
|
[Bevestiging lensinfo]
|
Als u een lens hebt bevestigd die geen communicatiefunctie met deze camera heeft, wordt een bericht met een vraag om bevestiging van de lensinformatie weergegeven wanneer u de camera inschakelt. |
[Verticale Positie info (video)]
|
U kunt instellen of u de informatie over de verticale oriëntatie van de camera al dan niet wilt opnemen tijdens de video-opname. [ON]: Neemt informatie over verticale oriëntatie op. Video's die opgenomen worden terwijl de camera verticaal gehouden wordt, zullen tijdens het afspelen op de PC, de smartphone, enz., automatisch verticaal afgespeeld worden. [OFF]: Neemt geen informatie over verticale oriëntatie op.
|