[Fotostijl]
U kunt de instellingen voor de afwerking van de beelden selecteren, die bij uw onderwerpen en expressiestijlen passen.
De afbeeldingskwaliteit kan voor iedere fotostijl aangepast worden.
U kunt ook het LUT-bestand toepassen dat u in de camera geladen heeft en foto's en video's opnemen.
[
]/[
]
[
]
Selecteer [Fotostijl]
[Standaard]
De standaardinstelling.
[Levendig]
Een instelling die een meer levendige kwaliteit produceert met grotere verzadiging en contrast.
[Natuurlijk]
Een instelling die een zachtere kwaliteit met minder contrast produceert.
[L.ClassicNeo]
Een instelling voor een cinematografisch effect met een nostalgische, zachte kleur.
[Geleidelijk]
Een instelling die een meer vlakke afbeeldingskwaliteit produceert met lagere verzadiging en contrast.
[Landschap]
Een instelling voor landschappen met levendige blauwe luchten en groene kleuren.
[Portret]
Een instelling die geschikt is voor portretten met een gezond uitziende en mooie huidtint.
[Zwart-wit]
Een zwart/wit instelling zonder kleurschaduwen.
[L.Zwart-wit]
Een monochrome instelling met een rijke gradatie en scherpe zwarte accenten.
[L.Zwart-wit D]
Een zwart/wit instelling die een dynamische impressie creëert met verbeterde accenten en schaduwen.
[L.Zwart-wit S]
Een instelling voor een monochroom effect met een zachte touch, geschikt voor portretten.
[LEICA zwart-wit]
Een instellingsmodus die de Leica monochroom modus tot stand brengt, gekenmerkt door diepe contrasten tussen zwart en wit.
[Cinelike D2]
Een instelling die een filmachtige finishing touch creëert met gebruik van een gammakromme en met de prioriteit van het dynamische bereik.
Deze functie is geschikt voor videobewerkingsprocessen.
[Cinelike V2]
Een instelling die een filmachtige finishing touch creëert met gebruik van een gammakromme die de prioriteit aan het contrast geeft.
[Als709]
Een instelling die overbelichting minimaliseert door toepassing van een gammacurve-correctie van Rec.709, voor de uitvoering van compressie (knie-aanpassing) van zones met hoge luminantie. (Opnemen terwijl de overbelichting (Knee) gecontroleerd wordt)
Rec.709 is een afkorting van “ITU-R Recommendation BT.709”, een standaard voor high-definition uitzendingen.
[V-Log]
Een gammacurve-instelling bedoeld voor postproductiebewerking. (Log Recording)
Dit stelt u in staat om tijdens een postproductie-montage een rijke gradatie aan de beelden toe te voegen.
[ARRI LogC3]
Een instelling voor logvideo die overeenkomt met de EI800 gammacurve van de LogC3 specificatie aangeboden door ARRI (Log Recording)
Het maakt de productie mogelijk van beelden die rijk zijn aan gradaties door middel van nabewerkingstechnieken.
De functie kan alleen worden gebruikt als u de Upgrade-code software (DMW-SFU3A: optioneel) hebt gebruikt en de functie hebt ingeschakeld met [Activeren]. (
[Activeren])
Dit is beschikbaar in de [
]-modus.
Opnamekwaliteiten die het gebruik van [ARRI LogC3] mogelijk maken (
Lijst van opnamekwaliteiten waarmee speciale video's kunnen worden opgenomen)
[REAL TIME LUT]
U kunt het LUT-bestand toepassen dat geregistreerd was in [LUT-bibliotheek]. ([LUT-bibliotheek])
[Sample LUT1] wordt toegepast in de standaardinstelling.
De fotostijl die als basis dient, wordt automatisch ingesteld door het toegepaste LUT-bestand. (Als er geen basis Photo Style-informatie in het LUT-bestand is, kunt u [V-Log] of [ARRI LogC3] selecteren.)
Gebruik My Photo Style als u de Photo Style wilt wijzigen die als basis zal dienen.
De Photo Style kan ook worden gewijzigd naar [REAL TIME LUT] in het opnamescherm door op de Fn-knop te drukken die toegekend is aan [REAL TIME LUT]. (
[REAL TIME LUT])
Selecteren van het toe te passen LUT-bestand
-
Druk op
om [LUT] te selecteren en druk vervolgens op [
].
-
Draai
,
of
om het toe te passen LUT-bestand te selecteren en druk vervolgens op
of
.
-
Druk op de sluiterknop of op de videotoets om de opname te starten.
[Hybrid Log Gamma]
1
Een instelling die gebruikt wordt voor de opname van video's in HLG-formaat. (HLG-video's)
[MY PHOTO STYLE 1]
2 tot [MY PHOTO STYLE 10]
2
Past de afbeeldingskwaliteit van fotostijl-items aan uw favoriete instellingen aan en registreert die als items van Mijn Fotostijl. (Instellingen in Mijn Fotostijl registreren)
Effecten tot en met [MY PHOTO STYLE 4] worden weergegeven met de standaardinstellingen.
Een LUT-bestand toepassen
Met aanpassingen van de beeldkwaliteit kunt u tot 2 LUT-bestanden toepassen die geregistreerd zijn in de [LUT-bibliotheek]. ([LUT-bibliotheek])
Bij het toepassen van 2 LUT-bestanden hebben de afbeeldingen met LUT1 toegepast LUT2 toegepast.
De Photo Style is de basis Photo Style van het toegepaste LUT-bestand (LUT1 als er 2 LUT-bestanden worden toegepast).
Wanneer een LUT-bestand toegepast wordt dat gecreëerd is met beeldbewerkingssoftware, selecteer dan de [Fotostijl] die dezelfde is als de Photo Style die als basis voor de creatie gebruikt werd.
Als u een andere [Fotostijl] selecteert, kunnen de beelden mogelijk niet correct weergegeven of opgenomen worden.
[
] schakelt naar [
] als [LUT1] of [LUT2] wordt toegepast in de beeldkwaliteitsaanpassingen.
-
Kan alleen worden geselecteerd in de modus [
] en bij instelling op een 10-bits [Opn. kwaliteit]. (
[Opn. kwaliteit])
-
U kunt de items instellen om weergegeven te worden in het menu met [Fotostijl tonen/verbergen] in [Fotostijl-instellingen]. (
[Fotostijl-instellingen])
– [Standaard] of [Zwart-wit] kunnen ingesteld worden. – De instelling zal op [Standaard] gereset worden als de camera op een andere opnamemodus geschakeld of uitgeschakeld wordt. – De beeldkwaliteit kan niet afgesteld worden.
– [Als709]/[V-Log]/[ARRI LogC3]/[REAL TIME LUT] (basis Photo Style is [V-Log]/[ARRI LogC3])/[Hybrid Log Gamma]
|
De afbeeldingskwaliteit aanpassen
-
Druk op
om het type Fotostijl te selecteren.
-
Druk op
om een item te selecteren en druk vervolgens op
om het af te stellen.
De aangepaste items worden aangeduid met [
].
-
Druk op
of
.
Wanneer de afbeeldingskwaliteit aangepast is, wordt de Fotostijl-icoon op het opnamescherm aangeduid met [
].
Items instellen (Aanpassing afbeeldingskwaliteit)
[Contrast]
Past het contrast in het beeld aan.
[Markeren]
Past de helderheid van heldere delen aan.
[Schaduw]
Past de helderheid van donkere delen aan.
[Verzadiging]
Past de levendigheid van kleuren aan.
[Kleurtoon]
Past de blauwe en gele tinten aan.
[Tint]
Aangenomen dat het referentiepunt rood is, draait dit de tint naar paars/magenta of geel/groen om de kleur van het gehele beeld aan te passen.
[Filtereffect]
[Geel]: Vergroot het contrast. (Effect: zwak) Neemt de lucht op met een helderblauwe kleur.
[Oranje]: Vergroot het contrast. (Effect: gemiddeld) Neemt de lucht op met een donkerblauwe kleur.
[Rood]: Vergroot het contrast. (Effect: sterk) Neemt de lucht op met een nog donkerder blauwe kleur.
[Groen]: De huid en lippen van mensen worden met natuurlijke kleurtonen weergegeven. Groene bladeren zien er helderder en duidelijker uit.
[Uit]
[Korreleffect]
[Laag]/[Standaard]/[Hoog]: Stelt het niveau van het korreleffect in.
[Uit]
[Kleurruis]
[Aan]: Voegt kleur toe aan het korreleffect.
[Uit]
[Scherpte]
Past de contouren in het beeld aan.
[Ruisreductie]
Past het ruisreductie-effect aan.
De vergroting van het effect kan een kleine afname van de fotoresolutie veroorzaken.
[Gevoeligheid]
3
Stelt de ISO-gevoeligheid in. (ISO-gevoeligheid)
[Witbalans]
3
Stelt de witbalans in. (Witbalans (WB))
Druk, terwijl [WB] geselecteerd is, op [
] om het scherm voor de witbalansinstelling weer te geven.
Druk opnieuw op [] om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm.
[LUT]
Past de preset of het LUT-bestand toe dat geregistreerd was in [LUT-bibliotheek]. ([LUT-bibliotheek])
-
Selecteer [REAL TIME LUT] of een van [MY PHOTO STYLE 1] tot [MY PHOTO STYLE 10] in [Fotostijl].
-
Druk op
om [LUT] te selecteren en druk vervolgens op [
].
-
Draai
om het toe te passen LUT-bestand te selecteren en druk vervolgens op
of
.
[LUT-opaciteit]
Past het LUT-bestandseffect aan.
-
Beschikbaar wanneer het volgende wordt ingesteld terwijl [MY PHOTO STYLE 1] tot [MY PHOTO STYLE 10] worden geselecteerd:
[]
[
]
[Fotostijl-instellingen]
[Mijn Fotostijl-instellingen]
[Effecten toevoegen]
[Gevoeligheid]/[Witbalans]
[ON]
De items waarvan u de beeldkwaliteit kunt aanpassen zijn afhankelijk van het type Photo Style.
-
Het aanpassen zou niet mogelijk kunnen zijn, afhankelijk van de basis Photo Style.
-
Kan ingesteld worden als [Korreleffect] een van de [Laag], [Standaard] of [Hoog] is.
-
U kunt maximaal 2 LUT-bestanden instellen als de [Fotostijl] My Photo Style is.
-
Kan worden ingesteld wanneer een LUT-bestand wordt toegepast met My Photo Style.
– Bewegende beelden opnemen |
Range-eigenschappen bij opnames met een toegepast LUT-bestand
De volgende tabel toont de range-eigenschappen voor video's die opgenomen zijn met LUT-bestanden toegepast in Photo Style:
(A) MP4
(B) MOV
(C) Apple ProRes 422HQ/422
Basis Photo Style van [REAL TIME LUT]/My Photo Style |
LUT-bestand toegepast |
[Format opnamebestand] |
[Helderheidsniveau] |
|
Range-eigenschap |
||
(A) |
(B) |
(C) |
|||||
[V-Log] |
[Vlog_709] |
|
|
|
Vastgezet op [16-255] ([64-1023]) |
|
Videorange |
|
|
|
Vastgezet op [64-940] |
|
Videorange |
||
Anders dan [Vlog_709] |
|
|
|
Vastgezet op [0-255] ([0-1023]) |
|
Volledige range |
|
|
|
|
Vastgezet op [64-940] |
|
Videorange |
||
[ARRI LogC3]/[Hybrid Log Gamma] |
Alle |
|
|
|
Vastgezet op [64-940] |
|
Videorange |
Anders dan hierboven |
Alle |
|
|
|
[0-255]([0-1023]) |
|
Volledige range |
[16-235]([64-940])/[16-255]([64-1023]) |
|
Videorange |
|||||
|
|
|
Vastgezet op [64-940] |
|
Videorange |
Als u opnames maakt met een toegepast LUT-bestand voor de videorange, is het misschien niet mogelijk de beelden correct weer te geven of op te nemen.
Wanneer de videobestanden in de beeldbewerkingssoftware geladen worden, selecteer dan de correcte range-instelling voor ieder videobestand.
|
Instellingen in Mijn Fotostijl registreren
-
Druk op
om het type Fotostijl te selecteren.
-
De beeldkwaliteit regelen.
Mijn Fotostijl geeft de soorten Fotostijl weer aan de bovenkant van de aanpassing van de afbeeldingskwaliteit.
Selecteer de basisfotostijl.
-
Druk op [DISP.].
-
(Als [MY PHOTO STYLE 1] tot [MY PHOTO STYLE 10] geselecteerd is)
Druk op om [Huidige instelling opslaan] te selecteren en druk vervolgens op
of
.
-
Druk op
om het te bestemmingsnummer van de registratie te selecteren en druk vervolgens op
of
.
Er zal een bevestigingsscherm weergegeven worden.
Druk op het bevestigingsbeeldscherm op [DISP.] om de naam van Mijn Fotostijl te wijzigen.
Er kunnen tot 22 tekens ingevoerd worden. Double-byte tekens worden als 2 tekens behandeld.
Tekens invoeren (Tekens invoeren)
De geregistreerde inhoud van Mijn Fotostijl veranderen
-
Selecteer een van de waarden van [MY PHOTO STYLE 1] tot [MY PHOTO STYLE 10].
-
Druk op [DISP.] en stel vervolgens het item in.
[Laad voorinstelling]
[Huidige instelling opslaan]
[Naam bewerken]
[Terug naar standaard]