Synchroniseren van de tijdcode met een extern apparaat
Voorbereidingen voor tijdcodesynchronisatie
Synchroniseer de Tijdcode van het Externe Apparaat met die van de Camera (TC OUT)
Synchroniseer de Tijdcode van de Camera met die van het Externe Apparaat (TC IN)
U kunt de standaardwaarde van de tijdcode synchroniseren met een extern apparaat dat de signaalinvoer en -output van tijdcodes ondersteunt.
(A) Aansluiting flits-synchronisatie
(B) BNC-conversiekabel (alleen voor TC IN/OUT) (bijgeleverd)
(C) BNC-kabel (in de handel verkrijgbare)
(D) Externe apparaten
Voorbereidingen voor tijdcodesynchronisatie
Wanneer [Optellen] is ingesteld op [FREE RUN] in de modus [], kunt u de beginwaarde van de tijdcode synchroniseren met een extern apparaat.
-
Zet de opnamefunctie op [].
Stel de modusknop in. (De opnamemodus selecteren)
-
Zet [Optellen] op [FREE RUN].
[] [] [Tijdcode] [Optellen] [FREE RUN]
-
Draai de dop van de aansluiting van de flits-synchronisatie in de richting van de pijl om hem weg te nemen.
Zorg ervoor de dop van de sync-aansluiting voor flitsers niet te verliezen.
-
Steek de BNC-conversiekabel (voor TC IN/OUT) naar binnen en draai de borgschroef in de richting van de pijl om de kabel te bevestigen.
-
Verbind de BNC-conversiekabel (voor TC IN/OUT) en het externe apparaat met de BNC-kabel.
Gebruik geen enkele andere BNC-conversiekabels (voor TC IN/OUT) dan de bijgeleverde. Gebruik geen BNC-kabels met een lengte van 2,8 m of meer. Wij raden aan een 5C-FB equivalente, dubbel afgeschermde BNC-kabel te gebruiken. |
Synchroniseer de Tijdcode van het Externe Apparaat met die van de Camera (TC OUT)
De beginwaarde van de tijdcode van het externe apparaat wordt gesynchroniseerd volgens het tijdcodesignaal (LTC-signaal) van de camera.
-
Voorbereiden voor tijdcodesynchronisatie. (Voorbereidingen voor tijdcodesynchronisatie)
-
Selecteer [Tijdcode uitvoer ref.].
[] [] [Tijdcode] [Inst. externe tijdcode] [Tijdcode uitvoer ref.]
[REC]
Voert het tijdcodesignaal uit voor de beelden die u opneemt.
[HDMI]
Bij verbinding met een extern apparaat (externe recorder, etc.) via HDMI wordt het tijdcodesignaal enigszins vertraagd om bij de HDMI-afbeeldingen te passen.
-
Zet [Synchronisatie tijdcode] op [TC OUT].
[] [] [Tijdcode] [Inst. externe tijdcode] [Synchronisatie tijdcode] [TC OUT]
Het tijdcodesignaal wordt uitgezonden gebaseerd op de frame-snelheid van de [Opn. kwaliteit] en de [Tijdecodefunctie] ([DF]/[NDF])-instelling.
-
Bedien het externe apparaat om de tijdcode te synchroniseren.
Nogmaals uitvoeren van het tijdcodesignaal
Door als volgt in te stellen kan het tijdcodesignaal (LTC-signaal) worden uitgestuurd door gewoon het externe apparaat te verbinden via de BNC-kabel:
[]-modus
[Optellen] ([Tijdcode]): [FREE RUN]
[Synchronisatie tijdcode] ([Inst. externe tijdcode] in [Tijdcode]): [TC OUT]
Synchroniseer de Tijdcode van de Camera met die van het Externe Apparaat (TC IN)
De beginwaarde van de tijdcode van de camera wordt gesynchroniseerd volgens het tijdcodesignaal (LTC-signaal) van het externe apparaat.
Wijzig van tevoren de [Systeemfrequentie] ([Systeemfrequentie]), [Opn. kwaliteit] ([Opn. kwaliteit]) en [Tijdecodefunctie] ([Tijdecodefunctie]) om bij het externe apparaat te passen. |
-
Voorbereiden voor tijdcodesynchronisatie. (Voorbereidingen voor tijdcodesynchronisatie)
-
Zet [Synchronisatie tijdcode] op [TC IN].
[] [] [Tijdcode] [Inst. externe tijdcode] [Synchronisatie tijdcode] [TC IN]
-
Bedien het externe apparaat om het tijdcodesignaal te verzenden.
Stel de telmethode van de tijdcode van het externe apparaat in om vrij te werken en verzend het signaal.
Wanneer gesynchroniseerd met de tijdcode van een extern apparaat is deze camera in een slave-toestand en schakelt [] van de tijdcode op het scherm naar [].
Wanneer meerdere toestellen van deze camera worden gesynchroniseerd, worden de tijdcode en de belichtingstijden gesynchroniseerd, zodat u kunt de timing voor het starten van de belichting tussen camera's op elkaar kunt afstemmen. De belichtingstijd kan alleen worden gesynchroniseerd de eerste keer nadat [Synchronisatie tijdcode] is ingesteld op [TC IN]. |
De slave-status aanhouden, vrijgeven en herstellen
Zelfs als u de BNC-kabel afsluit, zal de camera in de slave-status blijven.
Voer een van de volgende handelingen uit om de camera uit de slave-status te bevrijden.
– Bedienen van de aan-/uit-schakelaar van de camera
– Schakelen naar de opnamemodus
– De [Systeemfrequentie] wijzigen
– Stel [Variabele beeldfreq.] in
– Schakel [Opn. kwaliteit] tussen 239,76p/119,88p/59,94p/59,94i/29,97p en een verschillende opnameframesnelheid
– De volgende [Tijdcode] instellingsitems wijzigen
[Optellen], [Tijdcode waarde], [Tijdecodefunctie], [Synchronisatie tijdcode]
Om de slave-status te herstellen, sluit u de BNC-kabel weer aan op het externe apparaat, terwijl deze als volgt is ingesteld.
Het tijdcodesignaal (LTC-signaal) kan worden ingevoerd gewoon door aansluiten.
– []-modus
– [Optellen] ([Tijdcode]): [FREE RUN]
– [Synchronisatie tijdcode] ([Inst. externe tijdcode] in [Tijdcode]): [TC IN]
Zelfs als de systeemfrequentie tussen de camera en het externe apparaat verschilt, kunnen de beginwaarden van de tijdcodes gesynchroniseerd worden. Houd er echter rekening mee dat de tijdcodes aan synchronisatie inboeten als ze opgeteld worden. |