Panasonic

AF gebruiken

character_bullet-large[AF Aang. Inst.(Foto)]


icon_mode-photoicon_mode-movie

icon_mode-iaicon_mode-picon_mode-aicon_mode-sicon_mode-micon_mode-creative-motion

AF (Auto Focus) betekent automatisch scherpstelling.

Selecteer de focusmodus en de Af mode die geschikt is voor het onderwerp en de scène.


  1. Zet de focusmodus op [S] of [C].

character_bullet-largeStel de hendel van de focusmodus in. (character_referenceSelecteren van de Focusmodus)

image_focus-mode-af

  1. Selecteer de AF mode.

character_bullet-largeDruk op [button_af-mode] om het selectiescherm van de AF mode weer te geven en stel in met gebruik van button_menu-set of button_joy-stick-push_s. (character_referenceDe AF mode selecteren)

character_bullet-largeDe selectie is ook mogelijk door op [button_af-mode] te drukken.

bullet02In de [iA]-modus zal iedere druk op [button_af-mode] het schakelen tussen [icon_auto-af] en [icon_af-tracking_blue] tot gevolg hebben. (character_referenceAF-modus)

gui_af-mode1

  1. Druk de sluiterknop tot halverwege in.

character_bullet-largeDe AF mode werkt.

image_record3



Focus


Scherp gesteld

Niet scherp gesteld

Focusicoon (A)

Brandt

Knippert

AF-gebied (B)

Groen

Rood

AF-toon

Twee pieptonen


Low illumination AF

bullet02In een donkere omgeving werkt low illumination AF automatisch en wordt de focusicoon aangeduid als [icon_low-af].

bullet02Scherpstellen kan langer duren dan normaal.


Starlight AF

bullet02Als de camera sterren in de nachthemel detecteert nadat low illumination AF vastgesteld is, zal Starlight AF geactiveerd worden.

Als de scherpstelling verkregen is, zal de focusicoon [icon_star-af] weergeven en zal de AF Area weergegeven worden op de scherp gestelde zone.

bullet02De randen van het scherm kunnen Starlight AF niet detecteren.


character_diamond[AF ON]-knop

U kunt AF ook activeren door op [AF ON] te drukken.

image_af-on


bullet02Onderwerpen en opname-omstandigheden die het scherp stellen met de AF mode moeilijk maken

– Snel bewegende onderwerpen

– Extreem heldere onderwerpen

– Onderwerpen zonder contrast

– Onderwerpen die achter glas opgenomen zijn

– Onderwerpen vlakbij glanzende objecten

– Onderwerpen op zeer donkere plaatsen

– Als onderwerpen zowel ver als dichtbij opgenomen worden

bullet02U kunt de werking van AF-ON wijzigen, zodat AF prioriteit geeft aan onderwerpen dichtbij.

Deze functie is nuttig als de camera per ongeluk op de achtergrond scherp stelt:

[icon_custom-menu] character_arrow [icon_custom-menu-operation] character_arrow [Fn knopinstelling] character_arrow [Instelling in opnamemodus] character_arrow [AF-AAN: Verleg focus dichtbij] (character_referenceFn-knoppen)

bullet02U kunt de werking van AF-ON wijzigen, zodat AF prioriteit geeft aan onderwerpen ver weg.

Deze functie is nuttig wanneer foto's gemaakt worden door hekken of netten heen:

[icon_custom-menu] character_arrow [icon_custom-menu-operation] character_arrow [Fn knopinstelling] character_arrow [Instelling in opnamemodus] character_arrow [AF-AAN: Verleg focus veraf] (character_referenceFn-knoppen)

bullet02Als de volgende handelingen worden uitgevoerd tijdens het opnemen met [AFC], kan het enige tijd duren voordat de camera is scherpgesteld:

– Bij het inzoomen van het groothoek-uiteinde naar het telefoto-uiteinde

– Wanneer het onderwerp plotseling verandert van ver weg naar dichtbij

bullet02Als de zoom gebruikt wordt nadat scherp gesteld is, kan de scherpstelling verkeerd zijn. Pas de scherpstelling in dat geval opnieuw aan.

bullet02Als de camerabeweging vermindert, is het mogelijk om automatisch scherp te stellen:

[icon_custom-menu] character_arrow [icon_custom-menu-focus-release] character_arrow [Quick AF] (character_reference[Quick AF])

bullet02U kunt de instellingen wijzigen zodat AF niet werkt wanneer de ontspannerknop tot de helft wordt ingedrukt wordt:

[icon_custom-menu] character_arrow [icon_custom-menu-focus-release] character_arrow [Ontsp. knop half indr.] (character_reference[Ontsp. knop half indr.])

bullet02Het volume van de AF-toon en het geluid kunnen gewijzigd worden:

[icon_setup-menu] character_arrow [icon_setup-inout] character_arrow [Toon] character_arrow [AF-Piep Volume]/[AF-Pieptoon] (character_reference[Toon])

character_diamondDe positie van het AF-gebied vergroten ([Vergroting AF-punt])

icon_mode-photoicon_mode-movie

icon_mode-iaicon_mode-picon_mode-aicon_mode-sicon_mode-micon_mode-creative-motion_gray

Dit vergroot het scherpstelpunt wanneer de AF-modus [icon_1-area-plus], [icon_1-point-af_blue] of [icon_pinpoints-af_blue] is. (In andere AF-modussen wordt het midden van het scherm vergroot.)

U kunt de scherpstelling controleren en een vergroot onderwerp observeren als met een telefoto-lens.


  1. Registreer [Vergroting AF-punt] op de Fn-knop. (character_referenceFn-knoppen)

  1. Vergroot de AF-gebiedspositie door de Fn-knop ingedrukt te houden.

bullet02Als het scherm vergroot is, druk de ontspanner dan tot halverwege in om opnieuw scherp te stellen in een kleine middelste AF Area.

bullet02Als het scherm vergroot is, draai dan aan image_front-dial_s of image_rear-dial_s om de vergroting aan te passen.

Gebruik image_front-dial_s voor meer gedetailleerde aanpassingen.

gui_af-point-scope1


bullet02Als het scherm vergroot is, verandert [AFC] in [AFS].

bullet02Als de volgende functies gebruikt worden, kan Vergroting AF-punt niet gebruikt worden:

– Video-opnames/[Post-Focus]

– [6K/4K-voorburst]

– [Miniatuureffect] ([Filterinstellingen])

– [Multi-belichting]

bullet02U kunt de weergavemethode van het vergrote scherm veranderen:

[icon_custom-menu] character_arrow [icon_custom-menu-focus-release] character_arrow [Inst. vergroting AF-punt] (character_reference[Inst. vergroting AF-punt])


[AF Aang. Inst.(Foto)]

icon_mode-photoicon_mode-movie_gray

icon_mode-ia_grayicon_mode-picon_mode-aicon_mode-sicon_mode-micon_mode-creative-motion_gray

Selecteer kenmerken van de werking van AF als opnames gemaakt worden met gebruik van [AFC] die geschikt zijn voor onderwerp en scène.

Elk van deze kenmerken kan verder aangepast worden.


  1. Zet de focusmodus op [AFC]. (character_referenceSelecteren van de Focusmodus)

  1. Stel [AF Aang. Inst.(Foto)] in.

character_bullet-largebutton_menu-set character_arrow [icon_picture] character_arrow [icon_photo-focus] character_arrow [AF Aang. Inst.(Foto)]

gui_af-custom-photo2_dut


[Instelnaam1]

Basisinstelling voor algemene doeleinden.


[Instelnaam2]

Voorgesteld voor situaties waarbij het object zich met een constante snelheid in één richting voortbeweegt.


[Instelnaam3]

Voorgesteld als het object zich in willekeurige richting beweegt en er andere objecten in de scène kunnen zijn.


[Instelnaam4]

Voorgesteld voor situaties waarin de snelheid van het object aanzienlijk verandert.



bullet02Als de volgende functie gebruikt wordt, is [AF Aang. Inst.(Foto)] niet beschikbaar:

– [6K/4K-FOTO]


character_diamondAF-Custom instellingen aanpassen

  1. Druk op character_leftcharacter_right om het type de persoonlijke AF-instelling te selecteren.

  1. Druk op character_upcharacter_down om de items te selecteren en druk op character_leftcharacter_right om ze aan te passen.

bullet02Druk op [DISP.] om de instellingen op de fabrieksinstelling te resetten.

  1. Druk op button_menu-set of button_joy-stick-push_s.


[AF-Gevoeligheid]

Stelt de tracking-gevoeligheid voor de beweging van de onderwerpen in.

[character_plus_regular]

Als de afstand tot het onderwerp aanzienlijk verandert, past de camera het brandpunt onmiddellijk opnieuw aan. U kunt verschillende onderwerpen achter elkaar scherp stellen.

[character_minus_regular]

Als de afstand tot het onderwerp aanzienlijk verandert, wacht de camera even alvorens het brandpunt opnieuw aan te passen. Dit stelt u in staat te voorkomen dat het brandpunt per ongeluk opnieuw aangepast wordt wanneer bijvoorbeeld een bewegend onderwerp het beeld passeert.

[AF-Geb. Verander. Gevoel.]

Stelt de gevoeligheid voor het schakelen van de AF Area in om bij de beweging van het onderwerp te passen.

(Wanneer men zich in de AF-modus bevindt waarin de AF Area gebruik maakt van 225-zone scherpstelling)

[character_plus_regular]

Als het onderwerp zich uit de AF Area verplaatst, verplaatst de camera de AF Area onmiddellijk, om het onderwerp scherp gesteld te houden.

[character_minus_regular]

De camera verplaatst de AF Area met een geleidelijke snelheid. De effecten die veroorzaakt worden door een kleine beweging van het onderwerp, of door obstakels tegenover de camera, zullen geminimaliseerd worden.

[Voorsp. bewegend onderw.]

Stelt het niveau van de bewegingsvoorspelling in voor veranderingen in de snelheid van de beweging van het onderwerp.

bullet02Op grotere instellingswaarden probeert de camera de scherpstelling te handhaven door zelfs te reageren op plotselinge bewegingen van het onderwerp. De camera wordt echter gevoeliger voor kleine bewegingen van het onderwerp, het scherp stellen kan dus instabiel worden.

[0]

Dit is geschikt voor een onderwerp waarvan de snelheid minimaal verandert.

[character_plus_regular1]

Deze zijn geschikt voor een onderwerp waarvan de bewegingssnelheid verandert.

[character_plus_regular2]