Panasonic

[Systeemfrequentie]

icon_mode-photo_grayicon_mode-movie

icon_mode-iaicon_mode-picon_mode-aicon_mode-sicon_mode-micon_mode-creative-motionicon_mode-slow-and-quick-motion

Dit verandert de systeemfrequentie van video's die met de camera worden opgenomen en op de camera worden afgespeeld.

De standaardinstelling is dat de systeemfrequentie is ingesteld op het TV-omroepsysteem voor de regio waar de camera is gekocht.


button_menu-set character_arrow [icon_setup-menu] character_arrow [icon_setup-others] character_arrow Selecteer [Systeemfrequentie]

gui_system-frequency_dut


[59.94Hz (NTSC)]

Systeemfrequentie voor regio's met behulp van het NTSC omroepsysteem


[50.00Hz (PAL)]

Systeemfrequentie voor regio's met behulp van het PAL omroepsysteem


[24.00Hz (CINEMA)]

Systeemfrequentie voor het produceren van bioscoopfilm



icon_info_s

bullet02Na de instelling gecontroleerd te hebben, schakelt u de camera uit en weer in.

bullet02Als u opneemt met een systeemfrequentie die afwijkt van het omroepsysteem in uw regio, kunt u mogelijk video's niet goed afspelen op uw tv.

Wij raden u aan de instelling zoals die was op het moment van aankoop te gebruiken als u niet zeker bent over de omroepsystemen of als u niet wordt betrokken bij het maken van een bioscoopfilm.

bullet02Na de instelling te hebben gewijzigd, is het raadzaam een andere kaart te plaatsen en de kaart te formatteren met deze camera.

– Maak de instelling van [Systeemfrequentie] gelijk voor zowel opnemen als afspelen.