Selecteren van de Focusmodus
Selecteer de scherpstelmethode (focusmodus) die bij de beweging van het onderwerp past.
Het is ook mogelijk om de kenmerken van AF tracking aan te passen met [AFC]. ([AF Aang. Inst.(Foto)])
Stel de hendel van de focusmodus in.
[S] ([AFS])
Dit is geschikt voor het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt de flitser geactiveerd.
Het focuspunt blijft vergrendeld terwijl de ontspanner tot halverwege ingedrukt is.
[C] ([AFC])
Dit is geschikt voor het opnemen van bewegende onderwerpen.
Terwijl de ontspanner tot halverwege ingedrukt is, wordt het focuspunt constant aangepast al naargelang de beweging van het onderwerp.
Dit voorspelt de beweging van het onderwerp met handhaving van de scherpstelling. (Bewegingsvoorspelling)
[MF]
Handmatige scherpstelling Gebruik dit wanneer u de scherpstelling wilt vastzetten of wilt vermijden dat AF geactiveerd wordt. (Opnemen met MF)
In de volgende gevallen werkt [AFC] hetzelfde als [AFS] wanneer de ontspannerknop tot halverwege wordt ingedrukt: – []-modus – [S&Q] functie – Tijdens video-opname – In situaties met weinig licht Als de volgende functies gebruikt worden, schakelt [AFC] naar [AFS]: – Hoge Resolutie Modus – [65:24]/[2:1] ([Aspectratio]) |