[RAW-verwerking]
Dit bewerkt foto's die met het RAW-formaat in de camera opgenomen zijn en slaat ze op in JPEG-formaat.
-
Selecteer [RAW-verwerking].
[
]
[
]
[RAW-verwerking]
-
Selecteer het RAW-beeld.
Druk op
om een beeld te selecteren en druk vervolgens op
of
.
Druk als groepsbeelden geselecteerd zijn op
en selecteer vervolgens een beeld in de groep.
Druk opnieuw op om terug te keren naar het normale afspeelscherm.
De instellingen van het opnametijdstip worden in de weergegeven beelden gereflecteerd.
-
Selecteer een in te stellen item.
Druk op
om een item te selecteren en druk vervolgens op
of
.
-
Verander de instelling.
Draai aan
,
of
.
Het beeld kan vergroot/verkleind worden door dit op het scherm met de vingers te spreiden/dicht te knijpen.
-
Bevestig de instelling.
Druk op
of
.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
Herhaal voor het instellen van een ander item stap 3 tot 5.
-
Sla het beeld op.
Druk op
om [Start verwerking] te selecteren en druk vervolgens op
of
.
Items instellen ([RAW-verwerking])
[Start verwerking] |
Slaat het beeld op. |
[Witbalans] |
Selecteert de witbalans en past die aan. Door het item met [
|
[Helderheidcorrectie] |
Corrigeert de helderheid.
|
[Fotostijl] |
Selecteert een Fotostijl.
|
[Int. dynamisch bereik] |
Selecteert de instelling van [Int. dynamisch bereik]. |
[Contrast] |
Past het contrast aan. |
[Markeren] |
Past de helderheid van heldere delen aan. |
[Schaduw] |
Past de helderheid van donkere delen aan. |
[Verzadiging]/[Kleurtoon] |
Past de verzadiging of kleurtoon aan. |
[Tint] |
Past de tint aan. |
[Filtereffect] |
Selecteert filtereffecten. |
[Korreleffect] |
Selecteert een korreleffect-instelling. |
[Kleurruis] |
Er kan kleur toegevoegd worden met een korrelige textuur. |
[Ruisreductie] |
Stelt de ruisreductie in. |
[Scherpte] |
Past de scherpte aan. |
[Meer instellen] |
[Terug naar origineel]: Zet de instellingen weer op die van het tijdstip van de opname. [Kleurruimte]: Selecteert een kleurruimte-instelling uit [sRGB] of [AdobeRGB]. [Fotoresolutie]: Selecteert de afmetingen voor het opslaan van beelden. [Bestemming kaartslot]: U kunt de kaartslot selecteren waarin u de beelden die door RAW verwerkt zijn wilt opslaan. Als [AUTO] geselecteerd is, is het beeld op dezelfde kaartslot opgeslagen als het beeld in RAW-formaat dat bewerkt wordt. |
De items die aangepast kunnen worden, zijn afhankelijk van de geselecteerde [Fotostijl].
Een vergelijkingsscherm weergeven
U kunt een instelling veranderen terwijl u het effect daarvan kan controleren door beelden met de toegepaste instellingswaarde naast elkaar weer te geven.
-
Druk op [DISP.] in het scherm van stap 4.
Het beeld met de huidige instelling (A) wordt in het midden weergegeven.
Door het beeld met de huidige instelling aan te raken, wordt het vergroot.
Door [] aan te raken, wordt teruggekeerd naar het oorspronkelijke display.
Een vergelijkingsscherm kan niet weergegeven worden als [Ruisreductie] of [Scherpte] geselecteerd is.
-
Draai aan
,
of
om de instelling te veranderen.
-
Druk op
of
om de instelling te bevestigen.
Met deze functie worden beelden verwerkt met de aspectratio en de gezichtshoek van [Ex. tele conv.] op het tijdstip van de opname.
|